BIJZONDERHEDEN VAN UITVOERINGEN MET LPG-MOTOR
Starten van de motor
De motor start altijd op benzine.
– Voor voertuigen met een sleutel ➥ 2.4.
– Voor voertuigen met een card ➥ 2.6.
Opmerking: als de LPG-modus actief is
bij het starten van de motor, schakelt het
systeem tijdelijk terug naar de benzine-
modus: het groene controlelampje C ver-
dwijnt zonder pieptoon en het gele controle-
lampje B verschijnt, om aan te geven dat de
benzinemodus actief is.
Zodra aan de omgevingsvoorwaarden is vol-
daan (motortemperatuur enz.), schakelt het
systeem automatisch over op LPG-modus:
het groene controlelampje C verschijnt en
blijft branden.
Brandstofmodus wijzigen
tijdens het rijden
Handmatig overschakelen van benzine-
modus naar LPG-modus
druk op de knop 1.
De overgang naar LPG gebeurt tijdens de
eerste versnelling:
– de LPG-peilmeter A wordt geactiveerd;
A
C
B
1
– het gele controlelampje B verdwijnt;
– het groene controlelampje C knippert
snel om te bevestigen dat de LPG-modus
is geselecteerd en stopt vervolgens met
knipperen wanneer de LPG-modus is ge-
activeerd.
Handmatig overschakelen van LPG-
modus naar benzinemodus
Laat het gaspedaal los en druk op de scha-
kelaar 1.
De benzinemodus wordt weergegeven met
het gele controlelampje B.
Om toegang te krijgen tot de informa-
tie en de LPG-ritparameters te resetten
➥ 1.81.
(2/4)
Zolang de brandstoftank leeg is, kan
het voertuig niet starten of alleen in
LPG-modus rijden.
Gebruik van de twee brandstoffen LPG/
benzine vereist de aanwezigheid van
benzine (voor starten, hoge acceleratie,
lage temperaturen, enz.).
Wanneer het oranje controlelampje
verschijnt op het instrumenten-
paneel en er een pieptoon klinkt, vult u
de benzinetank zo snel mogelijk bij.
De LPG-installatie in de auto
kan de eigenschappen van een
auto met benzinemotor wijzi-
gen.
Het gaat hierbij om het aantal zitplaat-
sen, de massa's (nuttig laadvermogen)
en het aanhangwagenvermogen.
Ga naar een merkdealer.
2.19