HANDSFREE KAART:
7
Gebruik van de card met
afstandsbediening
Ontgrendelen met behulp van de kaart
Druk op de knop 7.
Het ontgrendelen ziet u aan het één keer
oplichten van de knipperlichten en de
zijknipperlichten.
Als de motor draait werken de knoppen
van de card niet.
1.12
gebruik (4/4)
Vergrendelen met de kaart
5
Met de portieren en de bagageruimte geslo-
ten, druk op de knop 5: de auto wordt ver-
grendeld.
U kunt zien dat de auto is vergrendeld door-
dat de alarmknipperlichten tweemaal knip-
peren en vervolgens gedurende ongeveer
vier seconden branden; ook hoort u een ge-
luidssignaal.
6
Door twee keer op de knop 5 te drukken
wordt de auto vergrendeld en kunnen de
voor- en achterruiten (afhankelijk van de
auto) worden gesloten.
Opmerking:
– de maximale afstand waarop de auto ver-
grendeld wordt, hangt af van de omge-
ving;
– als een portier of de achterklep open is of
niet goed is gesloten, wordt de vergren-
deling niet uitgevoerd. Er klinkt een ge-
luidssignaal en de alarm- en zijknipper-
lichten knipperen niet.
4
Wanneer de card zich bij een gestarte
motor en na het openen en sluiten van een
deur niet langer binnen de zone 4 bevindt,
waarschuwt de boodschap "Kaart niet gede-
tecteerd" u dat de card zich niet langer in de
auto bevindt. Dit helpt bijvoorbeeld voorko-
men dat u wegrijdt nadat een passagier is
uitgestapt met de card bij zich.
De waarschuwing verdwijnt zodra de card
weer gedetecteerd is.
Enkel de achterklep
vergrendelen
Druk op de knop 6 en houd deze ingedrukt.
De achterklep wordt lichtjes geopend.