HANDSFREE KAART:
1
2
Afhankelijk van het voertuig zijn er twee of
drie manieren om het voertuig te ont-/ver-
grendelen:
– handsfree, terwijl men naar de auto toe
loopt of ervan wegloopt;
– handsfree met behulp van de knop 2 op
de handgreep 1 van een van de voorpor-
tieren;
– de kaart gebruiken in de afstandsbedie-
ningsmodus.
gebruik (1/4)
De handsfree-functie uit- of
inschakelen
Afhankelijk van de auto kunt u deze functies
uit- of inschakelen:
– de auto ontgrendelen terwijl men ernaar
toe loopt en vergrendelen terwijl men
ervan wegloopt;
– de auto vergrendelen of ontgrendelen
door te drukken op de knoppen van de
portierhandgreep.
Ook het geluidssignaal dat klinkt als de
auto wordt vergrendeld terwijl men ervan
wegloopt, kan worden uit- of ingeschakeld.
➥ 1.89.
Bewaar de kaart niet op een plaats waar
andere elektronische apparaten (com-
puter, telefoon, enz.) de werking ervan
kunnen verstoren.
Laat nooit een kaart in de auto
liggen als u de auto verlaat.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder tijdens het parke-
ren of stoppen van de auto
Laat nooit, zelfs niet eventjes,
een kind, een afhankelijke volwassene
of een dier in de auto achter als u deze
verlaat.
Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, organen te bedienen zoals bij-
voorbeeld de ruitbediening, of de portie-
ren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm en/of zonnig
weer de temperatuur in het interieur heel
erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.
1.9