UF BAG0012.11 04.19
Uit de spuitvloeistoftank (1) zuigt de zuigermembraanpomp (10) de
spuitvloeistof via de VARIO-schakeling aan de zuigzijde (A), de zuig-
leiding (24) en de zuigfilter (9). De aangezogen spuitvloeistof gaat via
de drukleiding (14) naar de VARIO-schakeling aan de drukzijde (B).
Via de VARIO-schakeling aan de drukzijde (B) bereikt de spuitvloei-
stof de drukarmatuur. De drukarmatuur bestaat uit de spuitdrukrege-
ling (8) en de zelfreinigende drukfilter (15). Van de drukarmatuur
wordt de spuitvloeistof via de doorstromingsmeter (alleen bedienings-
+
terminal/ AMASPRAY
) (21) naar de sectieventielen (20) getranspor-
teerd. De sectieventielen (20) nemen de verdeling naar de verschil-
lende spuitleidingen (17) over.
De terugstroommeter (18) (alleen bedieningsterminal) bepaalt de
naar de spuitvloeistoftank (1) teruggevoerde hoeveelheid spuitvloei-
stof bij geringe uitvoerhoeveelheden.
In ingeschakelde toestand zorgt het roerwerk (4) voor een homogene
spuitvloeistof in de spuitvloeistoftank (1). Het roervermogen van het
roerwerk is op de omschakelkraan (C) instelbaar.
De bediening van de veldspuit vanaf de tractor gebeurt via
•
de bedieningsterminal, AMASPRAY
•
de handbedieningseenheid
Voor het aanmaken van de spuitvloeistof de voor een spuitvloeistof-
tankvulling vereiste preparaathoeveelheid in de inspoeltank (11) gie-
ten en in de spuitvloeistoftank (1) afzuigen.
Het verse water uit de spoelwatertank (2) dient voor het reinigen van
het spuitsysteem.
Opbouw en werking van de basismachine
+
of AMASET
+
51