11.9.1
Reinigen van de spuit bij een geleegde tank
1. Pomp met 500 min
A
2. Omschakelkraan
Geen drukcirculatiespoeling DUS: → stap 6
Drukcirculatiespoeling (DUS)
3. DUS: omschakelkraan
C
4. DUS: roerwerk
voor het verwijderen van
afzettingen in de slang geheel openen.
→
Roerwerken met 10 % van de spoelwater-
voorraad spoelen.
5. DUS: roerwerk uitschakelen.
DUS: Spuitleidingen worden automa-
tisch gespoeld.
B
6. Omschakelkraan
→
Inwendige reiniging met 10 % van de
spoelwatervoorraad uitvoeren.
B
in stand .
7. Omschakelkraan
A
8. Omschakelkraan
9. Verdunde resthoeveelheid tijdens de rit op
het al behandelde oppervlak uitbrengen.
10. Via de boordcomputer meerdere malen
gedurende enkele seconden spuit uit- en
weer inschakelen.
Door het in- en uitschakelen worden
de ventielen en de retouren gespoeld.
→
Net zolang verdunde resthoeveelheid uit-
brengen tot er lucht uit de spuitdop komt.
UF BAG0012.11 04.19
•
Spuitvloeistoftank iedere dag reinigen!
•
De spoelwatertank moet volledig zijn gevuld.
•
De reiniging moet als volgt worden uitgevoerd.
-1
aandrijven.
op positie
.
B
op positie
.
in stand
in positie
.
Afb. 118
Werken met de machine
163