Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage - Sensor "X" (Cardanas / Wiel) Voor De Bepaling Van Traject Resp. Rijsnelheid; Montage Op Tractor Zonder Vierwielaandrijving - Amazone UF 901 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UF 901:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
7.5
Montage – sensor "X" (cardanas / wiel) voor de bepaling van traject
resp. rijsnelheid
7.5.1

Montage op tractor zonder vierwielaandrijving

1. Verdeel de magneten (Afb. 110/1) gelijkma-
tig over een gatencirkel in de wielbinnenzij-
de van het tractorvoorwiel.
2. Monteer magneten (Afb. 110/1) met bouten
(Afb. 110/2) van niet-magnetisch materiaal
(messing-bouten of V4A-bouten).
Het aantal magneten is afhanke-
lijk van de grootte van het trac-
torwiel.
De afgelegde afstand tussen 2
impulsen van naburige magneten
mag niet meer zijn dan 60 cm.
124
Wanneer de tractorelektronica al de mogelijkheid biedt tot bepa-
len van de eigen rijsnelheid, dan kunnen de snelheidssignalen
"impulsen per 100 m" voor de bedieningsterminal op de daar-
voor bedoelde signaalcontactdoos DIN 9684 worden opgeno-
men.
Vervang in dat geval de standaardsensor "X" (cardanas / wiel)
door de tractorspecifieke adapterkabel (optie).
Neem de volgende voorwaarden bij de montage van de sensor
"X" in acht:
ο
De bevestigingsbout van de magneten moet naar het uit-
einde van de sensor zijn gericht.
ο
De afstand magneet – sensor moet 5 – 10 mm bedragen.
ο
De bewegingsrichting van de magneten moet dwars ten
opzichte van de sensor verlopen.
ο
Monteer de magneten met bijgeleverde bouten (V4A-
bouten) op ijzer.
ο
De sensor moet ten minste 25 mm uit de steun steken.
ο
Plaats de sensorkabel zodanig dat deze bij stuurinslag niet
wordt beschadigd.
Afb. 101
UF BAG0012.11 04.19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Uf 1201Uf 1501Uf 1801

Inhoudsopgave