11.3
Vullen met water
UF BAG0012.11 04.19
WAARSCHUWING
Gevaar voor personen / dieren door onbedoeld contact met
spuitvloeistof bij het vullen van de spuitvloeistoftank!
•
Breng bij het vullen van de spuitvloeistoftank vanuit een drink-
waterleiding nooit een directe verbinding tussen vulslang en in-
houd van spuitvloeistoftank tot stand. Alleen op deze wijze wordt
voorkomen dat spuitvloeistof in de drinkwaterleiding wordt te-
ruggezogen of teruggeperst.
→
Bevestig het einde van de vulslang minstens 10 cm boven de
vulopening van de spuitvloeistoftank. De vrije uitloop die zo ont-
staat biedt een maximum aan veiligheid tegen het terugstromen
van spuitvloeistof in de drinkwaterleiding.
•
Schuimvorming vermijden. Bij het vullen mag er geen schuim uit
de spuitvloeistoftank komen. Een trechter met grote diameter,
die tot op de spuitvloeistoftankbodem reikt, verhindert op een
doeltreffende manier de vorming van schuim.
•
Vul de spuitvloeistoftank alleen met een vulzeef.
Werken met de machine
145