Werken met de machine
154
•
Neem bijkomende maatregelen voor het verminderen van de
drift bij windsnelheden van 3 m/s (zie hiervoor het hoofdstuk
"Maatregelen ter vermindering van drift", op pagina 157)!
•
Een gelijkmatige dwarsverdeling wordt alleen bij een ontgren-
delde trillingsdemping bereikt.
•
Bij gemiddelde windsnelheden van meer dan 5 m/sec. (bladeren
en takjes bewegen) niet meer spuiten.
•
Schakel de spuitboom alleen tijdens het rijden in en uit om over-
doseringen te vermijden.
•
Vermijd overdoseringen door overlappingen bij niet exact aan-
sluitend rijden van het ene spuitspoor naar het andere en/of bij
het keren op de wendakker met ingeschakelde spuitboom!
•
Zorg er bij het verhogen van de rijsnelheid voor dat het maxi-
maal toegestane pompaandrijftoerental van 550 omw./min. niet
overschreden wordt!
•
Controleer bij het spuiten permanent het werkelijke spuitvloei-
stofverbruik in verhouding tot het te behandelen oppervlak.
•
Reinig absoluut de zuigfilter, de pomp, de armatuur en de spuit-
leidingen bij onderbreking van het spuit door weersomstandig-
heden. Zie hiervoor op pagina 169.
•
Spuitdruk en spuitdopgrootte beïnvloeden de druppelgrootte en
het uitgespoten vloeistofvolume. Hoe hoger de spuitdruk, hoe
kleiner de druppeldiameter van de uitgespoten spuitvloeistof. De
kleinere druppeltjes zijn aan een versterkte, ongewenste drift
onderhevig!
+
AMASET
/ handbediening HB:
•
Wordt de spuitdruk verhoogd, dan verhoogt ook de dosering.
•
Wordt de spuitdruk verlaagd, dan vermindert ook de dosering.
•
Wordt de rijsnelheid bij gelijke spuitdopgrootte en gelijkblijvende
spuitdruk verhoogd, dan vermindert de dosering.
•
Wordt de rijsnelheid bij gelijke spuitdopgrootte en gelijkblijvende
spuitdruk verlaagd, dan verhoogt de dosering.
Bedieningsterminal / AMASPRAY
•
Rijsnelheid en pompaandrijftoerental zijn binnen een groot be-
reik naar wens in te stellen door de automatische regeling van
de dosering.
•
De pompcapaciteit is afhankelijk van het pompaandrijftoerental.
Stel het pompaandrijftoerental zodanig in (tussen 400 en 550
omw./min.) dat altijd een voldoende grote volumestroom naar de
spuitboom en voor het roerwerk ter beschikking staat. Hierbij
dient er absoluut rekening mee gehouden te worden dat bij hoge
rijsnelheid en grote dosering meer spuitvloeistof getransporteerd
moet worden.
+
:
UF BAG0012.11 04.19