3. Bereken het aantal benodigde magneten
als volgt:
Berekening:
Wielomtrek [cm]
60 cm
Voorbeeld:
256 cm
=
4,27
60 cm
4. Monteer de sensor (Afb. 110/3) met univer-
sele steun (Afb. 110/4) op ashals van het
tractorvoorwiel – in rijrichting gezien achter
de as.
7.5.2
Montage op tractor met vierwielaandrijving resp. Mb-trac
1. Bevestig de magneet (Afb. 111/1) met de
slangklem (Afb. 111/2) op de cardanas.
2. Bevestig de sensor (Afb. 111/3) door middel
van universele steun (Afb. 111/4) tegenover
de magneet op het chassis.
7.6
Hydraulisch systeem met systeemomstelschroef instellen
Alleen bij Profi-klapsysteem:
UF BAG0012.11 04.19
= aantal magneten
= min. 5 magneten
•
Monteer de magneet alleen op een plaats waar geen hoekbe-
wegingen van de cardanas optreden.
•
Stel de afstand tussen magneet en sensor in een bereik van 5 –
10 mm in.
•
De sensor moet ten minste 25 mm uit de steun steken.
Afb. 102
Het hydrauliekblok bevindt zich rechtsvoor op de machine achter de
afdekplaat.
Inbedrijfstelling
125