Werken met de machine
11.2
Spuitvloeistof aanmaken
138
WAARSCHUWING
Gevaar door onbedoeld contact met gewasbeschermingsmidde-
len en / of spuitvloeistof!
•
Spoel gewasbeschermingsmiddelen altijd via de inspoeltank in
de spuitvloeistoftank in.
•
Zet de inspoeltank in de vulstand voordat gewasbeschermings-
middel in de inspoeltank wordt gegoten.
•
Neem de voorschriften met betrekking tot lichaams- en ademha-
lingsbescherming in de gebruiksaanwijzing van het gewasbe-
schermingsmiddel in acht bij het gebruik van gewasbescher-
mingsmiddelen en bij het aanmaken van de spuitvloeistof.
•
Plaats de spuitvloeistof niet in de buurt van waterbronnen of
oppervlaktewater.
•
Vermijd lekkages en verontreiniging met gewasbeschermings-
middelen en / of spuitvloeistof door een correcte handelwijze en
een adequate lichaamsbescherming.
•
Laat de aangemaakte spuitvloeistof, niet-verbruikte gewasbe-
schermingsmiddelen alsmede ongereinigde recipiënten voor
gewasbeschermingsmiddelen en de ongereinigde veldspuit niet
onbeheerd achter opdat gevaar voor derden wordt vermeden.
•
Bescherm verontreinigde recipiënten voor gewasbescher-
mingsmiddelen en de verontreinigde veldspuit tegen neerslag.
•
Let op voldoende reinheid bij en na beëindiging van de werk-
zaamheden voor het aanmaken van de spuitvloeistof zodat de
risico's tot een minimum worden beperkt (bijv. was gebruikte vei-
ligheidshandschoenen vóór het uittrekken en verwijder het was-
water alsmede de reinigingsvloeistof op de voorgeschreven wij-
ze).
•
De voorgeschreven water- en preparaatdoseringen vindt u in de
gebruiksaanwijzing van het gewasbeschermingsmiddel.
•
Lees de gebruiksaanwijzing van het preparaat en neem de daar-
in beschreven voorzorgsmaatregelen in acht!
UF BAG0012.11 04.19