Voorbeelden
Identiteitsmatrix
Een Matrix
Transponeren
Gereduceerde-Rij
Echelonvorm.
Matrices
U kunt een identiteitsmatrix creëren met de IDENMAT-
functie. IDENMAT(2) creëert bijvoorbeeld de 2x2
identiteitsmatrix [[1,0],[0,1]].
U kunt ook een identiteitsmatrix creëren met de
MAKEMAT (maak matrix) -functie. Door
MAKEMAT(I≠J,4,4) in te voeren wordt er bijvoorbeeld
een 4 × 4 matrix gecreëerd die het cijfer 1 bevat voor alle
elementen behalve nullen op de diagonaal. De logische
operator ≠ retourneert 0 wanneer I (het rijnummer) en J
(het kolomnummer) gelijk zijn, en retourneert 1 als ze niet
gelijk zijn.
De TRN-functie wisselt de rij-kolom en kolom-rij-elementen
van een matrix om. Element 1,2 (rij 1, kolom 2) wordt
bijvoorbeeld omgewisseld met element 2,1; element 2,3
wordt met element 3,2 omgewisseld, enzovoort.
Bijvoorbeeld, TRN([[1,2],[3,4]]) creëert de matrix
[[1,3],[2,4]].
De volgende set vergelijkingen
kunt u als de aangevulde matrix schrijven
die u dan kunt opslaan als
×
3 4
een
reële matrix in
elke willekeurige
matrixvariabele. M1 wordt
in dit voorbeeld gebruikt.
U kunt de RREF-functie gebruiken om deze in de
gereduceerde- rij echelonvorm te veranderen, waarbij u
het in elke willekeurige matrix-variabele kunt opslaan.
M2 wordt in dit voorbeeld gebruikt.
De gereduceerde-rij
echelonmatrix geeft de
oplossing voor de lineaire
vergelijking in de vierde
kolom.
x 2y
–
+
3z
=
14
2x
+
y z
–
=
–
3
4x
–
2y
+
2z
=
14
1 2 – 3 14
2 1
1 – 3 –
4 2 – 2 14
15-15