TLINE
Grafische opdrachten
DISPLAY→
→DISPLAY
→GROB
GROBNOT
18-22
Schakelt de pixels langs de lijn van (x1,y1) naar (x2,y2) in
en uit. Elke pixel die uitgeschakeld was, wordt
ingeschakeld; elke pixel die ingeschakeld was, wordt
uitgeschakeld. U kunt TLINE gebruiken om een lijn te
wissen.
TLINE x1; y1; x2; y2:
Voorbeeld
TLINE 0;0;3;3:
Wist een eerder getekende lijn van 45 graden van
(0,0) naar (3,3), of tekent de lijn als die nog niet
bestaat.
De grafische opdrachten gebruiken de grafische
variabelen G0 tot en met G9 – of de Paginavariabele van
Schets – als argumenten voor de grafische naam. De
positie argument neemt de vorm (x,y) aan.
Positiecoördinaten zijn afhankelijk van de huidige
apletschaal, die wordt bepaald door Xmin, Xmax, Ymin
en Ymax. De linkerbovenhoek van de doelafbeelding
(graphic2) staat op (Xmin,Ymax).
U kunt de huidige weergave vastleggen en in G0 opslaan
door gelijktijdig te drukken op
Slaat de huidige weergave op in grafieknaam.
DISPLAY→ graphicname:
Geeft grafiek vanuit graphicname weer op het scherm.
→DISPLAY graphicname:
Maakt vanuit een uitdrukking een grafiek, met behulp van
teken_grootte en slaat de resulterende grafiek op in
graphicname. Tekengroottes zijn 1, 2 of 3. Als het
argument tekengrootte 0 is, maakt de HP 39gs een
grafische weergave zoals door de SHOW-bewerking is
gemaakt.
→GROB graphicname;uitdrukking;tekengrootte:
Plaatst de tekening terug in graphicname met bitgewijs-
omgekeerde grafiek terug.
GROBNOT graphicname:
+
.
Programmeren