Lusfuncties
ITERATE
RECURSE
Σ
Matrixfuncties
Wiskundige functies gebruiken
De lusfuncties geven een resultaat weer nadat ze een
uitdrukking een aantal keren evalueren.
Herhaaldelijk voor # keren evalueert een uitdrukking met
betrekking tot de variabele. De waarde voor de variabele
wordt elke keer bijgewerkt, beginnend met de initiële
waarde.
ITERATE(uitdrukking, variabele, initiële waarde,
# keren)
Voorbeeld
2
ITERATE(X
,X,2,3) retourneert 256
Biedt een methode voor het definiëren van een sequentie,
zonder de Symbolische weergave van het Sequentie-
aplet te gebruiken. Wanneer met | ("waar") gebruikt, zal
RECURSE door de evaluatie stappen.
RECURSE(sequentienaam, term
Voorbeeld
RECURSE(U,U(N-1)*N,1,2)
Slaat een faculteitberekenende functie, genaamd U1,
op.
Als u bijvoorbeeld U1(5)invult, berekent de functie
5! (120).
Optelling. Zoekt de som van uitdrukking met betrekking
tot de variabele van de initiële waarde tot de
eindwaarde.
Σ(variabele=initiële waarde, eindwaarde,
uitdrukking)
Voorbeeld
2
Σ(C=1,5,C
) retourneert 55.
Deze functies zijn voor matrixgegevens die in
matrixvariabelen zijn opgeslagen. Zie "Matrixfuncties en
-opdrachten" op pagina 15-11.
, term
, term
)
n
1
2
U1(N)
13-11