Matrixrekenkunde
Voorbeeld
Vermenigvuldigen
met of delen door
een scalair
Matrices
U kunt voor matrixargumenten de rekenkundige functies
(+, –, ×, / en machten) gebruiken. De deling wordt links
vermenigvuldigd met de inverse van de deler. U kunt de
matrices zelf of de namen van opgeslagen
matrixvariabelen invoeren. De matrices kunnen reëel of
complex zijn.
Voor de volgende four voorbeelden, slaat u [[1,2],[3,4]]
op in M1 en [[5,6],[7,8]] op in M2.
1. De eerste matrix
creëren.
MATRIX
1
2
3
4
2. De tweede matrix
creëren.
MATRIX
5
7
8
3. De gecreëerde matrices
toevoegen.
M2
Voor het delen door een scalair, dient u eerst de matrix
in te voeren, daarna de operator en daarna de scalair.
Voor vermenigvuldiging is de volgorde van de
operanden niet belangrijk.
De matrices en de scalair kunnen reëel of complex zijn.
Druk op de volgende toetsen om bijvoorbeeld het
resultaat van het vorige voorbeeld te delen door 2:
2
6
M1
15-7