Variabelen en geheugenbeheer
Inleiding
Variabelen en geheugenbeheer
De HP 39gs heeft ongeveer 200 K gebruikersgeheugen.
De rekenmachine gebruikt dit geheugen om variabelen
op te slaan, berekeningen uit te voeren en geschiedenis
op te slaan.
Een variabele is een object dat u in het geheugen maakt
om gegevens te bewaren. De HP 39gs heeft twee soorten
variabelen: homevariabelen en apletvariabelen.
•
Homevariabelen zijn beschikbaar in alle aplets. U
kunt bijvoorbeeld reële getallen opslaan in
variabelen A tot Z en complexe getallen in
variabelen Z0 tot Z9. Dit kunnen getallen zijn die u
hebt ingevoerd, of de resultaten van berekeningen.
Deze variabelen zijn binnen alle aplets en elk
willekeurig programma beschikbaar.
•
Apletvariabelen zijn alleen van toepassing op een
enkelvoudige aplet. Aan alle aplets zijn specifieke
variabelen toegewezen, die van aplet tot aplet
verschillend zijn.
U kunt het geheugen van de rekenmachine gebruiken om
de volgende objecten op te slaan:
•
kopieën van aplets met specifieke configuraties
•
nieuwe aplets die u downloadt
•
apletvariabelen
•
homevariabelen
•
variabelen die via een catalogus of editor zijn
gemaakt, zoals een matrix of een tekstopmerking
•
programma's die u creëert
U kunt het Geheugenbeheer (
om de hoeveelheid beschikbaar geheugen te bekijken.
De catalogusweergaven, die via het Geheugenbeheer
14
) gebruiken
MEMORY
14-1