Programmaconstanten en natuurlijke constant-
en
Programmaconstanten
13-26
een onbepaalde integraal nodig is.
Als u op
drukt, komen er drie menu's met functies
en constanten beschikbaar:
•
het menu met wiskundige functies (verschijnt
standaard)
•
het menu met programmaconstanten en
•
het menu met natuurlijke constanten.
Het menu met wiskundige functies wordt eerder in dit
hoofdstuk uitgebreid beschreven.
De programmaconstanten zijn nummers die u heeft
toegewezen aan diverse calculatorinstellingen, zodat u
in een programma op een dergelijke instelling kunt testen
of deze kunt specificeren. Aan de diverse
weergaveformaten zijn bijvoorbeeld de volgende
nummers toegekend:
1 Standaard
2 Vast
3 Wetenschappelijk
4 Technisch
5 Breuk
6 Gemengde breuk
In een programma kunt u het constantenummer van een
bepaald formaat in een variabele opslaan en vervolgens
op het betreffende formaat testen.
Om het menu met programmaconstanten te openen, gaat
u als volgt te werk:
1. Druk op
2. Druk op
3. Navigeer met de pijltoetsen door de opties.
.
.
Wiskundige functies gebruiken