14-6
2. De gegevens voor L1
invoeren.
88
90
65
70
3. Terugkeren naar de lijstcatalogus om L2 te creëren.
LIST
om L2 te selecteren
4. De gegevens voor L2 invoeren.
55
48
90
77
5. Druk op
6. Het variabelenmenu openen en L1 selecteren.
7. Kopieer het naar de opdrachtregel. Opmerking:
Omdat de optie
naam van de variabele, en niet de inhoud, naar de
opdrachtregel gekopieerd.
89
86
om toegang tot HOME te krijgen.
gemarkeerd is, wordt de
Variabelen en geheugenbeheer