Variabelen in vergelijkingen gebruiken
Home-
variabelen
Solve-aplet
6. Ga terug naar de Numerieke weergave.
Opmerking: de T-
waarde wordt ingevuld
met de cursorpositie
van de Curveweergave.
7. Zorg dat de T waarde is gemarkeerd en los de
vergelijking op.
Gebruik deze vergelijking
om een andere variabele, zoals snelheid, op te lossen.
Hoe snel dient de aanvankelijke snelheid van een
voorwerp te zijn om zich binnen 3 seconden 50 m te
verplaatsen? Veronderstel dezelfde versnelling van 4 m/
2
s
. Bewaar de laatste waarde van V als de aanvankelijke
schatting.
3
50
U kunt elk van de namen van reële variabelen gebruiken,
A tot Z en θ. Gebruik geen namen van variabelen die
voor andere types zijn gedefinieerd, zoals M1 (een
matrixvariabele).
Alle homevariabelen (andere dan die voor aplet-
instellingen, zoals Xmin en Ytick) zijn globaal, wat
betekent dat ze gemeenschappelijk worden gebruikt door
de verschillende aplets van de rekenmachine. Een waarde
die op een willekeurige plaats wordt toegewezen aan een
homevariabele, blijft bij deze variabele, ongeacht waar
zijn naam wordt gebruikt.
Als u dan ook een waarde hebt gedefinieerd voor T (zoals
in het voorbeeld hierboven) in een ander aplet of zelfs een
7-11