Matrices
Inleiding
Vectoren
Matrices
Matrixvariabelen
Matrices
In HOME en in programma's kunt u matrixberekeningen
uitvoeren. De matrix en elke rij van een matrix verschijnen
tussen haakjes, en de elementen en rijen worden door
komma's gescheiden. Bekijk bijvoorbeeld de volgende
matrix:
wordt in de geschiedenis weergegeven als:
[[1,2,3],[4,5,6]]
(Als de modus Decimal Mark (Decimaalteken) op Comma
(komma) is ingesteld, wordt elk element en elke rij door
een punt gescheiden)
U kunt matrices rechtstreeks in de opdrachtregel
invoeren, of ze in de matrix-editor creëren.
Vectoren zijn eendimensionale tabellen. Zij bestaan uit
slechts een rij. Een vector wordt weergegeven met enkele
haakjes, bijvoorbeeld [1,2,3]. Een vector kan bestaan uit
reële, maar ook uit complexe getallen, bijvoorbeeld
[(1,2), (7,3)].
Matrices zijn tweedimensionale rijen. Zij zijn
samengesteld uit meer dan één rij en meer dan één
kolom. Twee--dimensionale matrices worden
weergegeven met geneste haakjes, bijvoorbeeld
[[1,2,3],[4,5,6]]. U kunt complexe matrices creëren,
zoals , [[(1,2), (3,4)], [(4,5), (6,7)]].
Er zijn tien matrixvariabelen beschikbaar, M0 tot M9
geheten. U kunt ze in berekeningen in HOME gebruiken
of in een programma. U kunt de matrix-namen uit het
VARS-menu halen, of gewoon hun namen vanaf het
toetsenbord intypen.
1 2 3
4 5 6
15
15-1