6. Breng de elektrische verbindingen met de
CIM-module tot stand zoals beschreven in de
instructies die zijn meegeleverd met de module.
7. Verbind de kabelafschermingen van de buska-
bels met de aarde via een van de aardklemmen
(afb. 77, A).
Afb. 77 Verbinden van de kabelafschermingen
met aarde
8. Leid de draden voor de CIM-module. Zie het
voorbeeld in afb. 78.
Afb. 78 Voorbeeld van het leiden van draden
74
9. Bevestig de CIM-deksel.
10. Als de CIM-module is geleverd met een
FCC-label, brengt u dit aan op de klemmenkast.
Zie afb. 79.
A
Afb. 79 FCC-label
11. Breng de deksel van de klemmenkast (afb. 73, B)
aan en draai de vier bevestigingsbouten (afb. 73,
A) kruislings vast tot 6 Nm.
Zorg ervoor dat de deksel van de klem-
menkast is uitgelijnd met het bedienings-
paneel. Zie paragraaf
het bedieningspaneel
FCC
25. De positie van
wijzigen.