Grundfos GO en bekabelde pompverbinding
1. Verbind de twee pompen met elkaar via een
3-aderige afgeschermde kabel tussen de GENI-
bus klemmen A, Y, B.
2. Voorzie beide pompen van stroom.
3. Breng contact tot stand tussen een van de pom-
pen en Grundfos GO.
4. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf
16.46 Ondersteund pomp
5. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO. Zie paragraaf
16.40
"Pompnaam".
6. Wijs pompnummer 1 toe aan de pomp. Zie para-
graaf
16.28 "Nummer"
7. Verbreek de verbinding tussen Grundfos GO en
de pomp.
8. Maak contact met de andere pomp.
9. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf
16.46 Ondersteund pomp
10. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO. Zie paragraaf
16.40
"Pompnaam".
11. Wijs pompnummer 2 toe aan de pomp. Zie para-
graaf
16.28 "Nummer"
12. Ga naar het menu "Assist" en selecteer "Multi-
pump setup".
13. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie
paragrafen
16.49.1 Wisselend
16.49.2 Reservebedrijf
16.49.3
Cascade-bedrijf.
14. Druk op [>] om door te gaan.
15. Stel de tijd voor pompwisseling in. Dit is het tijd-
stip waarop moet worden overgeschakeld tussen
de twee pompen. Deze stap is alleen van toepas-
sing als u "Wisselend bedrijf, tijd" hebt geselec-
teerd en als de pompen zijn uitgerust met een FM
300.
16. Druk op [>] om door te gaan.
17. Selecteer "BUS cable" als de communicatieme-
thode die moet worden gebruikt tussen de twee
pompen.
18. Druk op [>] om door te gaan.
19. Druk op "Select pump 2".
20. Selecteer de andere motor uit de lijst.
Gebruik de toets [OK] of
van de pomp.
21. Druk op [>] om door te gaan.
22. Druk op [Send].
23. Druk op [Finish] in het dialoogvenster "Setup
complete".
24. Wacht tot het groene lampje in het midden van
het Grundfos Eye oplicht.
Het multipomp systeem is nu ingesteld.
instellen.
(Pompnummer).
instellen.
(Pompnummer).
bedrijf,
en
voor het identificeren
Geavanceerd bedieningspaneel en draadloze
pompverbinding
1. Voorzie beide pompen van stroom.
2. Stel op beide pompen de benodigde analoge en
digitale ingangen in op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf
16.46 Ondersteund pomp
3. Selecteer het menu Assist op een van de pom-
pen en kies Multipomp instelling.
4. Druk op [>] om door te gaan.
5. Selecteer Draadloos als de communicatieme-
thode die moet worden gebruikt tussen de twee
pompen.
6. Druk op [>] om door te gaan.
7. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie
paragrafen
16.49.1 Wisselend
16.49.2 Reservebedrijf
16.49.3
Cascade-bedrijf.
8. Druk driemaal op [>] om door te gaan.
9. Druk op [OK] om te zoeken naar andere pompen.
Het groene lampje in het midden van het Grund-
fos Eye knippert op de andere pompen.
10. Druk op de verbindingstoets op de pomp die
moet worden toegevoegd aan het multipomp
systeem.
11. Druk op [>] om door te gaan.
12. Stel de tijd voor pompwisseling in. Dit is het tijd-
stip waarop moet worden overgeschakeld tussen
de twee pompen. Deze stap is alleen van toepas-
sing als u "Wisselend bedrijf, tijd" hebt geselec-
teerd en als de pompen zijn uitgerust met een FM
300.
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Druk op [OK].
De pictogrammen voor de multipomp functie wor-
den onder aan de bedieningspanelen weergege-
ven.
Het multipomp systeem is nu ingesteld.
instellen.
bedrijf,
en
65