16.21 "Temperatuurbeïnvloeding"
Pompuitvoering
"Temperatuurbeïnvloeding"
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
Als deze functie is geactiveerd in de regelmodus op
basis van proportionele druk of constante druk, dan
wordt het setpoint voor de opvoerhoogte verlaagd
naar gelang de vloeistoftemperatuur.
U kunt de temperatuurbeïnvloeding instellen om te
werken bij vloeistoftemperaturen lager dan 80 °C of
50 °C. Deze temperatuurlimieten worden T
genoemd. De gewenste waarde wordt verlaagd ten
opzichte van de ingestelde opvoerhoogte, die gelijk
is aan 100 %, volgens de onderstaande karakteris-
tieken.
H
100 %
H
actual
30 %
20
50
80
T
actual
Afb. 68 "Temperatuurbeïnvloeding"
In bovenstaand voorbeeld is T
geselecteerd. De actuele vloeistoftemperatuur T
zorgt ervoor dat het setpoint voor de opvoer-
eel
hoogte verlaagd wordt van 100 % naar H
Voor temperatuurbeïnvloeding moet aan de vol-
gende voorwaarden worden voldaan:
•
regelmodus op basis van proportionele druk of
constante druk
•
pomp in de aanvoerleiding geïnstalleerd
•
systeem met temperatuurregeling via de aan-
voerleiding.
●
-
max
H
T [°C]
Q
, gelijk aan 80 °C,
max.
actu-
.
actueel
Temperatuurbeïnvloeding is geschikt voor de vol-
gende systemen:
•
Systemen met variabele debieten (bijvoorbeeld
tweepijps verwarmingssystemen) waarbij de acti-
vering van de temperatuurbeïnvloedingsfunctie
zorgt voor een verdere verlaging van de pompca-
paciteit in perioden met een geringe warmte-
vraag en daardoor een gereduceerde tempera-
tuur in de aanvoerleiding.
•
Systemen met een bijna constante volumestroom
(bijv. éénpijpsverwarmingssystemen en vloerver-
warmingssystemen) waarbij verschillen in warm-
tebehoefte niet kunnen worden geregistreerd als
wijzigingen in de opvoerhoogte, hetgeen wel het
geval is bij tweepijpsverwamingssystemen. Bij
zulke systemen kunt u alleen de pompcapaciteit
bijstellen door de temperatuurbeïnvloedingsfunc-
tie te activeren.
Selectie van de maximale temperatuur
Bij systemen met een benodigde temperatuur van de
aanvoerleiding van:
•
tot en met 55 °C: selecteer T
•
boven 55 °C: selecteer T
U kunt de functie voor temperatuurbeïnvloeding niet
gebruiken bij airco- en koelsystemen.
Fabrieksinstelling
ZIe paragraaf
34.
Fabrieksinstellingen.
16.22 Limiet overschreden functie
Pompuitvoering
Limiet overschreden functie
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
Met deze functie kan een gemeten parameter of een
van de interne waarden zoals toerental, motorbelas-
ting of motorstroom worden gecontroleerd. Als een
ingestelde limiet wordt bereikt, kan een geselec-
teerde actie plaatsvinden. U kunt twee functies voor
limietoverschrijding instellen. Dit betekent dat u twee
parameters of twee limieten van dezelfde parameter
gelijktijdig kunt controleren.
De functie vereist instelling van het volgende:
gelijk aan 50 °C
max.
gelijk aan 80 °C.
max.
●
●
55