Alle bedrijfsmodi worden geïllustreerd in de onder-
staande afbeelding.
H
H
Max.
Normaal
Normaal
Min.
Stop
Afb. 36 Bedrijfsmodi
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
34.
Fabrieksinstellingen.
16.4 Instellen handmatige snelheid
Instellen handmatige snel-
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
Dit menu is alleen beschikbaar op het geavanceerde
bedieningspaneel. Met de Grundfos GO stelt u het
toerental in via het menu "Gewenste waarde".
U kunt het toerental van de pomp instellen in % van
het maximale toerental. Wanneer u de bedrijfsmodus
op Handmatig hebt ingesteld, gaat de pomp met het
ingestelde toerental draaien. Het toerental kan ver-
volgens handmatig worden gewijzigd via Grundfos
Go of via het geavanceerde bedieningspaneel.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
34.
Fabrieksinstellingen.
16.5 "Door gebruiker gedefinieerd
toerental instellen"
U kunt het toerental van de motor instellen in % van
het maximale toerental. Wanneer u de bedrijfsmodus
op "Door gebruiker gedefinieerd toerental" hebt inge-
steld, gaat de motor met het ingestelde toerental
draaien.
16.6 Regelmethode
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
Mogelijke regelmodi:
•
•
•
Handmatig
•
•
•
•
•
•
•
Q
Q
•
U kunt het setpoint voor alle regelmodi behalve
AUTO
menu "Gewenste waarde" onder "Instellingen" wan-
neer u de gewenste regelmodus hebt geselecteerd.
heid
Fabrieksinstelling
●
Zie paragraaf
●
"Besturingsmodus"
"AUTO
"
ADAPT
"FLOW
"
ADAPT
Prop. druk (proportionele druk)
Constante druk (constante druk)
Const. temp. (constante temperatuur)
Const.vrsch.drk (constant drukverschil)
Const.vsch.tmp. (constant temperatuurverschil)
Const. debiet (constant debiet)
Const. niveau (constant niveau)
Const. andr. wrd (constante andere waarde)
Constante curve (constante curve).
Stel de bedrijfsmodus in op "Normaal"
voordat een regelmodus kan worden geac-
tiveerd.
en FLOW
ADAPT
ADAPT
34.
Fabrieksinstellingen.
●
●
instellen in het sub-
35