Gemeten
Hier stelt u de te controleren gemeten parameter in.
"Grenswaarde"
Hier stelt u de grenswaarde in die de functie acti-
veert.
"Hystereseband"
Hier stelt u de hystereseband in.
"Grenswaarde overschreden bij"
Hier kunt u instellen of u de functie wilt activeren als
de geselecteerde parameter de ingestelde grens-
waarde overschrijdt of tot onder de ingestelde grens-
waarde daalt.
•
"Boven grenswaarde"
De functie wordt geactiveerd als de gemeten
parameter de ingestelde grenswaarde over-
schrijdt.
•
"Onder grenswaarde"
De functie wordt geactiveerd als de gemeten
parameter tot onder de ingestelde grenswaarde
daalt.
Actie
Als de waarde een grenswaarde overschrijdt, kunt u
een actie definiëren. U kunt de volgende acties
selecteren:
•
"Geen actie"
De pomp handhaaft de huidige status. Gebruik
deze instelling als u alleen een relaisuitgang wilt
als de grenswaarde wordt bereikt. ZIe paragraaf
16.15 "Signalrelais 1 en 2"
•
"Waarschuwing/alarm"
Er is een waarschuwing.
•
Stop
De pomp schakelt uit.
•
Min.
De pomp verlaagt het toerental tot de minimale
waarde.
•
Max.
De pomp verhoogt het toerental tot de maximale
waarde.
•
"Door gebruiker gedefinieerd toerental"
De pompen werken met een door de gebruiker
ingesteld toerental.
"Detectievertraging"
U kunt een detectievertraging instellen die waarborgt
dat de gecontroleerde parameter boven of onder een
ingestelde grenswaarde blijft gedurende een inge-
stelde tijd voordat de functie wordt geactiveerd.
"Resetvertraging"
De resetvertraging is het tijdstip waarna de gemeten
parameter afwijkt van de ingestelde grenswaarde,
met inbegrip van de ingestelde hystereseband en
totdat de functie wordt gereset.
56
(Relaisuitgangen).
Voorbeeld
De functie is bedoeld voor het controleren van de
persdruk van een pomp. Als de druk lager dan 5 bar
is gedurende meer dan 5 seconden, moet een waar-
schuwing worden afgegeven. Als de persdruk gedu-
rende langer dan 8 seconden boven 7 bar ligt, moet
u de waarschuwing resetten.
1
2
4
4
A
5
Afb. 69 "Grenswaarde overschreden (voor-
beeld)"
Pos. Instellingsparameter
1
Gemeten
2
"Grenswaarde"
3
"Hystereseband"
"Grenswaarde over-
4
schreden bij"
5
"Detectievertraging"
6
"Resetvertraging"
Functie voor grenswaar-
A
deoverschrijding actief
-
Actie
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
34.
Fabrieksinstellingen.
16.23 "Instelling van pulsdebietmeter"
"Instelling van pulsdebiet-
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
U kunt een externe puls flowmeter aansluiten op een
van de digitale ingangen om het actuele en geaccu-
muleerde debiet te registreren. Op basis hiervan
kunt u tevens de specifieke energie berekenen.
U kunt een pulsdebietmeter activeren door een van
de functies voor digitale ingangen in te stellen op
Totaal debiet en het verpompte volume per puls in te
stellen. ZIe paragraaf
16.13 Digitale
Fabrieksinstelling
ZIe paragraaf
34.
Fabrieksinstellingen.
3
Tijd [s]
6
Instelling
Afvoerdruk
5 bar
2 bar
Onder grens-
waarde
5 seconden
8 seconden
-
Waarschuwing
meter"
●
●
ingangen.