Richtlijnen voor het instellen van de PI-regelaar
Onderstaande tabellen tonen de aanbevolen instel-
lingen van de regelaar:
"Drukverschilrege-
ling"
p
p
p
p
L1
L1
L1: afstand in meter tussen pomp en sensor.
"Temperatuurre-
Verwar-
geling"
ming
0,5
t
L2
L2
0,5
t
1)
Bij verwarmingssystemen heeft een toename in
pompcapaciteit een stijging in temperatuur bij de
sensor tot gevolg.
2)
Bij koelsystemen heeft een toename in pompca-
paciteit een daling in temperatuur bij de sensor
tot gevolg.
L2: afstand in meter tussen warmtewisselaar en sen-
sor.
K
T
p
i
0,5
0,5
L1 < 5 m: 0,5
0,5
L1 > 5 m: 3
L1 > 10 m: 5
K
p
T
i
2)
Koeling
1)
-0,5
10 + 5L2
-0,5
30 + 5L2
"Temperatuurverschil-
regeling"
t
L2
t
t
t
L2
L2: afstand in meter tussen warmtewisselaar en sen-
sor.
"Debietregeling"
Q
"Constante druk
regeling"
p
p
"Niveaubewaking"
L
L
K
T
p
i
-0,5
10 + 5L2
K
T
p
i
0,5
0,5
K
T
p
i
0,5
0,5
0,1
0,5
K
T
p
i
-2,5
100
2,5
100
51