16. Beschrijving van functies
16.1 "Warmte-energiemonitor"
Pompuitvoering
"Warmte-energiemonitor"
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
De warmte-energiemonitor is een bewakingsfunctie
die het verbruik van warmte-energie binnen een
systeem berekent. De ingebouwde schatting van
debiet die nodig is voor de berekening heeft een
onnauwkeurigheid van ± 10 % van het maximale
debiet in het gebied tot 10 % debiet en tot 12,5 %
van de maximale opvoerhoogte. De waarden zijn
gebaseerd op een watertemperatuur van 20 °C. Ook
de temperatuurmetingen die nodig zijn voor de bere-
kening zijn niet helemaal nauwkeurig, afhankelijk
van het sensortype. Daarom kunt u de waarde voor
de warmte-energie niet gebruiken voor facturerings-
doeleinden. De waarde is echter perfect voor opti-
malisatiedoeleinden om buitensporige energiekosten
ten gevolge van onbalans in het systeem te voorko-
men.
De warmte-energiemeter vereist dat een extra tem-
peratuursensor wordt gemonteerd in de aanvoer- of
retourleiding, afhankelijk van waar de pomp is
geplaatst.
Gebruik de analoge ingangen en/of
Pt100/1000 ingangen voor het meten van
de temperaturen die worden gebruikt voor
het berekenen van de warmte-energiemo-
nitor.
De gebruikte ingangen moge niet worden
ingesteld op Niet actief en een van de
meetparameters moet zijn ingesteld op
Temperatuur 2.
t
: Temperatuur persleiding
F
t
: Temperatuur persleiding
R
Afb. 35 Voorbeeld: Pomp geïnstalleerd in de
aanvoerleiding en extra temperatuur-
sensor geplaatst in de retourleiding
34
●
-
kWh
t
F
t
R
16.2 Gewenste waarde
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
U kunt het setpoint voor alle regelmodi behalve
AUTO
en FLOW
ADAPT
ADAPT
wanneer u de gewenste regelmodus hebt geselec-
teerd. Zie paragraaf
16.6
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
34.
Fabrieksinstellingen.
16.3 Bedrijfswijze
Pompuitvoering
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
Mogelijke bedrijfsmodi:
•
Normaal
De pomp werkt overeenkomstig de geselec-
teerde regelmodus.
•
Stop
De pomp schakelt uit.
•
Min.
Gebruik de minimale pompcurve in perioden
waarbij een minimaal debiet nodig is.
Deze bedrijfsmodus is bijvoorbeeld geschikt voor
handmatige nachtverlaging indien u geen auto-
matische nachtverlaging wilt gebruiken.
•
Max.
Gebruik de maximale pompcurve in perioden
waarbij een maximaal debiet nodig is.
Deze bedrijfsmodus is bijvoorbeeld geschikt voor
systemen met prioriteit voor warm water.
•
Handmatig
De pomp werkt op een handmatig ingesteld toe-
rental. In Handmatig wordt het setpoint via bus
genegeerd. Zie paragraaf
tige
snelheid.
•
"Door gebruiker gedefinieerd toerental"
De motor werkt met een toerental dat is ingesteld
door de gebruiker. Zie paragraaf
gebruiker gedefinieerd toerental
Gewenste waarde
●
●
instellen in dit submenu
Regelmethode.
Bedrijfswijze
●
●
16.4 Instellen handma-
16.5 "Door
instellen".