Display en bedieningselementen
De bediening van de bovenste en onderste oven is
gelijk. Met de symbolen voor de bovenste oven
Q
onderste oven
en voor beide ovens
gewenste display. Wanneer u een instelling wijzigt met
de draai- of functiekeuzeknop, worden op het display
automatisch de waarden van de betreffende oven
weergegeven.
Draaispit-functie, kerntemperatuursensor en
aanbraadstand zijn alleen in de onderste oven
beschikbaar.
1
Bedieningspa-
Deze gebieden zijn gevoelig voor
neel
aanraking. Raak een symbool aan
om de betreffende functie te
kiezen.
2
Display
Het display toont bijv. actuele
instellingen en keuzem
ogelijkheden.
3
Draaiknop
Met de draaiknop kunt u de
temperatuur kiezen en andere
instellingen uitvoeren.
4
Functiekeuze-
Met de functiekeuzeknop kunt u
knop
de verwarmingsmethode, de
reiniging of de basisinstellingen
kiezen.
--------
Symbolen
Symbool
R
, de
P
R
kiest u het
Q
P
I
Ø
H
'
Ž
™
C
(
'
%
0
M
/
°
+
m
,
¤
£
--------
Functie
bovenste oven
Onderste oven
Instellingen van beide ovens weergeven
Start
Stop
Pauze/Einde
Afbreken
Wissen
Bevestigen/Instellingen opslaan
Keuzepijl
Extra informatie oproepen
Snel voorverwarmen met statusweergave
Instellingen veranderen
Kinderslot
Timermenu opvragen
Timer lange duur opvragen
Demonstratie-modus
Kerntemperatuurmeter
Draaispit starten
Draaispit stoppen
Aanbraadstand starten
Aanbraadstand beëindigen
7