Inhoudsopgave
Advertenties
70
Verlichting
Deactiveren
Trek om de grootlichtassistentie uit te
schakelen de richtingaanwijzerhen‐
del weer tot voorbij het weerstands‐
punt.
Lichtsignaal
Trek om het lichtsignaal in te schake‐
len even aan de hendel zonder voor‐
bij het weerstandspunt te gaan.
Groot licht 3 69.
Koplampverstelling
De koplampreikwijdte aanpassen aan
de belading om verblinding te voor‐
komen: druk op de toets Z of 1.
De stand verschijnt op het Driver
Information Center:
0 : bestuurdersstoel bezet
1 : alle zitplaatsen bezet
2 : alle zitplaatsen bezet en bagage
in de bagageruimte
3 : bestuurdersstoel bezet en
bagage in de bagageruimte
Koplampinstelling in het
buitenland
Neem voor bij het rijden in landen
waar het verkeer aan de andere kant
van de weg rijdt contact op met een
werkplaats voor het afstellen of
afdekken van de koplampen.
Dagrijlicht
Dagrijlichten maken de auto overdag
beter zichtbaar.
Het wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de motor draait.
Als de zijmarkeringslichten, het groot‐
licht of het dimlicht handmatig of auto‐
matisch zijn/is ingeschakeld, is de
dagrijverlichting uitgeschakeld.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Bij noodremmanoeuvres worden de
alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld, afhankelijk van de
vertraging. Ze worden automatisch
uitgeschakeld zodra de auto weer
wegrijdt.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
