Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

118
Rijden en bediening
● bij ritten op bochtige of heuvel‐
achtige wegen
● bij nachtelijke ritten
● bij een beperkt zicht door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
● de sensor in de voorruit wordt
afgedekt door (natte) sneeuw, ijs,
modder, vuil etc.
● de voorruit is beschadigd of
bedekt met vreemde voorwer‐
pen, bijv. stickers

Actieve noodrem

De actieve noodrem kan helpen om
de schade en letsel door aanrijdingen
met voorliggers of obstakels te beper‐
ken, indien een aanrijding niet te
vermijden is door te remmen of uit te
wijken.
Het actieve noodstopsysteem
bestaat uit diverse subsystemen:
● Frontaanrijdingswaarschuwing
3 116
● Automatisch noodstopsysteem
● Slimme remassistentie
Voordat de actieve noodrem acti‐
veert, geeft de frontaanrijdingswaar‐
schuwing een waarschuwing.
Het systeem gebruikt diverse
ingangssignalen, zoals van de front‐
camera bovenaan de voorruit maar
ook remdruk of rijsnelheid om de
waarschijnlijkheid van een frontale
aanrijding te berekenen.
9 Waarschuwing
Dit systeem is niet bedoeld om de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder, voor het besturen van
de auto en anticiperen op de
verkeerssituatie, over te nemen.
Het is alleen bedoeld als aanvul‐
ling om de rijsnelheid vóór een
botsing te verlagen.
Het systeem reageert mogelijk
niet op dieren. Na een plotselinge
verandering van rijstrook, heeft
het systeem enige tijd nodig om de
nieuwe voorligger te detecteren.
De bestuurder moet altijd gereed
zijn om actie te ondernemen en te
remmen en sturen om aanrijdin‐
gen te voorkomen.
U kunt de actieve noodrem deactive‐
ren in de persoonlijke instellingen
3 66. Na deactiveren licht m op en
verschijnt er een bericht op het Driver
Information Center.
Bij de volgende keer inschakelen van
het contact wordt het systeem stan‐
daard geactiveerd.
Werking
Het actieve noodstopsysteem werkt
in vooruitversnellingen bij snelheden
tussen 5 km/u en tot 85 km/u wanneer

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave