Kan oplichten in combinatie met een
ander controlelampje of een melding
in het driver information center.
Als + brandt, is er een minder
ernstige storing gedetecteerd.
Als + brandt en er een bijbehorend
bericht verschijnt, is er een ernstige
storing gedetecteerd.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Remsysteem
h brandt rood.
Brandt korte tijd als het contact wordt
ingeschakeld.
h gaat branden als het remvloeistof‐
peil te laag is 3 156. h en i bran‐
den bij een storing in het remsysteem.
Instrumenten en bedieningsorganen
9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Remsysteem 3 104.
Slijtage van remblokken
f brandt geel.
De remblokken voor zijn versleten.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Handrem
h brandt rood.
Controlelamp h blijft branden
wanneer de handrem wordt aange‐
trokken en dooft wanneer de hand‐
rem wordt losgezet 3 105.
Antiblokkeersysteem (ABS)
i brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt
ingeschakeld. Het systeem is na het
doven van i klaar voor gebruik.
Brandt onderweg wanneer er een
storing in het ABS is. Het remsysteem
blijft werken maar zonder ABS-rege‐
ling.
Antiblokkeersysteem 3 104.
Schakelen
l brandt op het Driver Information
Centre.
Omwille van het brandstofverbruik
adviseren we om tijdig te schakelen.
Luchtvering
S brandt rood.
Er is een storing in het systeem.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Luchtvering 3 96.
Stuurbekrachtiging
g brandt rood.
Er is een storing in de stuurbekrach‐
tiging. Rij voorzichtig met een gema‐
tigde snelheid en roep de hulp van
een werkplaats in.
57