116
Rijden en bediening
Storing
Bij een storing in de snelheidsbegren‐
zer wordt de ingestelde snelheid
gewist, waarbij de streepjes gaan
knipperen.
Vaste snelheidsbegrenzer
Afhankelijk van de versie en het land
is de maximumsnelheid standaard
ingesteld.
Een label het interieur geeft de maxi‐
mumsnelheid aan.
De vaste snelheidsbegrenzer kan niet
door de bestuurder worden geacti‐
veerd of gedeactiveerd.
Frontaanrijdingswaarschu‐
wing
De frontaanrijdingswaarschuwing
kan helpen schade bij frontale aanrij‐
dingen te vermijden of beperken.
De frontaanrijdingswaarschuwing
gebruikt de frontcamera in de voorruit
om een voertuig direct ervoor op het
traject van de auto te detecteren.
Als een voorligger te snel nadert,
klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een waarschuwing in het
Driver Information Centre.
9 Waarschuwing
De frontaanrijdingswaarschuwing
is een waarschuwingssysteem dat
de remmen niet activeert. Bij het
met een te hoge snelheid naderen
van een voorligger, is er mogelijk
onvoldoende tijd om een aanrij‐
ding te voorkomen.
De bestuurder aanvaardt de volle
verantwoordelijkheid voor het
bewaren van een veilige onder‐
linge afstand bij de betreffende
verkeers-, weers- en zichtomstan‐
digheden.
De bestuurder moet onder het
rijden altijd zijn of haar onver‐
deelde aandacht aan het verkeer
geven. De bestuurder moet altijd
gereed zijn om actie te onderne‐
men en te remmen.