Inhoudsopgave
Advertenties
108
Rijden en bediening
Deactivering
Het Traction Control-systeem kan op
ieder gewenst moment worden uitge‐
schakeld: druk op ASR OFF.
Het led-lampje in de toets ASR OFF
brandt. Er verschijnt een statusbe‐
richt op het Driver Information Center.
U kunt het Traction Control-systeem
weer inschakelen door nogmaals op
de toets ASR OFF te drukken.
Het led-lampje in de toets ASR OFF
dooft.
Het Traction Control-systeem wordt
de volgende keer dat u het contact
inschakelt opnieuw geactiveerd.
Activeer het systeem opnieuw zodra
het gripniveau het toelaat.
Intelligent gripsysteem
Het systeem werkt wanneer één
aandrijfwiel minder grip heeft dan het
andere op een niet-homogeen
wegdek (bijv. sneeuw, ijs, modder)
door dit wiel te remmen en de rijkracht
op het andere over te brengen. Het
Traction Control-systeem is dan inac‐
tief.
Schakel voor een betere tractie het
intelligente gripsysteem in bij rijden
op sneeuw met sneeuwkettingen.
Het systeem werkt tot een snelheid
van 50 km/u.
Het intelligente gripsysteem wordt na
elke keer starten van de motor
gedeactiveerd.
Activering/deactivering
Druk om het systeem te activeren op
J. De led in de toets J gaat bran‐
den.
Druk om het systeem te deactiveren
nogmaals op J. Het led-lampje in
de toets J dooft.
Dynamische stabiliteitsregeling
De dynamische stabiliteitsregeling
bewaakt elk wiel en remt automatisch
één of meer wielen en de motor af om
de auto terug op het gewenste pad te
brengen, binnen de limieten van de
wetten van de fysica, wanneer deze
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
