106
Rijden en bediening
De remmen lossen automatisch
wanneer:
● het koppelingspedaal wordt
losgelaten.
● de parkeerrem wordt aangetrok‐
ken.
● de motor wordt uitgeschakeld.
● de motor afslaat.
Systeembeperkingen
● De auto moet stilstaan, de motor
moet lopen en het rempedaal
moet ingetrapt zijn.
● Het hellingspercentage van de
weg moet meer dan 5% zijn.
● De keuzehendel moet bij heuve‐
lop staan in de neutraalstand of
in een andere versnelling dan
achteruit zijn geschakeld.
● De keuzehendel moet bij heuve‐
laf staan in de achteruit zijn
geschakeld.
Storing
Bij een storing licht J op, verschijnt
er een waarschuwingsbericht op het
Driver Information Center en klinkt er
een geluidssignaal.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Regeneratief remmen
9 Waarschuwing
Bij extreme temperaturen of als de
hoogspanningsaccu bijna volledig
opgeladen is, is de remkracht van
het remmen op de motor mogelijk
even minder groot. Als de
remkracht niet voldoende is, moet
de bestuurder voorbereid zijn om
het rempedaal te gebruiken.
9 Waarschuwing
Afhankelijk van de kracht van het
remmen op de motor gaan de
remlichten branden.
Regeneratief remmen genereert
elektrische energie als gevolg van
remmen op de motor om de hoog‐
spanningsaccu op te laden.
Elektrische aandrijving 3 102.