Bedien de binnenhandgreep om het
passagiersportier te ontgrendelen.
Automatisch vergrendelen
Dit systeem biedt de mogelijkheid om
de portieren en de achterklep auto‐
matisch te vergrendelen zodra de
snelheid van de auto is opgelopen tot
boven een bepaalde waarde.
Als een van de portieren of de achter‐
klep openstaat, vindt geen automati‐
sche centrale vergrendeling plaats.
Dit wordt kenbaar gemaakt door het
geluid van opnieuw ontgrendelende
sloten.
Kindersloten
9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Zet de borging aan de achterkant van
het portier omlaag. Het portier kan
niet meer van binnen worden
geopend.
Zet om de functie uit te schakelen de
borging omhoog.
Sleutels, portieren en ruiten
Portieren
Voorportieren
Vergrendel of ontgrendel de auto met
de handzender of met de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier.
Centrale vergrendeling 3 7.
Trek om een portier te openen aan de
buitenkruk.
Schuifdeur
Open of sluit de schuifdeur alleen
wanneer de auto stilstaat met de
handrem aangetrokken.
9