60
Instrumenten en bedieningsorganen
Het dieselbrandstoffilter bevat water.
Kans op schade aan het inspuitsys‐
teem.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Startbeveiliging
M brandt geel.
De geplaatste contactsleutel is niet
herkend. De motor kan niet starten.
Gebruik een andere sleutel en laat de
defecte sleutel controleren.
Als M gedurende ongeveer tien
seconden brandt wanneer het contact
wordt ingeschakeld, is het alarm
geactiveerd.
Startbeveiliging 3 13.
Stop-startsysteem
n brandt of knippert op het Driver
Information Center.
Brandt
Er is een Autostop uitgevoerd.
Knippert
Het Stop/Start-systeem is momenteel
niet beschikbaar.
Stop-startsysteem 3 93.
Dimlicht
F brandt groen.
Dimlicht is aan 3 68.
Groot licht
A brandt blauw.
Het grootlicht is aan 3 69.
Grootlichtassistentie
B brandt groen.
De grootlichtassistentie is aan
3 69.
Koplamphoogteregeling
X brandt samen met het koplamppo‐
sitienummer op het Driver Information
Center.
Koplampverstelling 3 70.
Mistlampen voor
G brandt groen.
Brandt bij ingeschakelde voorste
mistlampen 3 71.
Mistachterlicht
H brandt geel.
Brandt bij ingeschakeld mistachter‐
licht 3 71.
Cruise control
v brandt groen.
Het systeem is ingeschakeld.
Cruisecontrol 3 110.
Voorligger gedetecteerd
i brandt of knippert geel of rood.
i licht geel op en er verschijnt een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center wanneer de volg‐
afstand te klein wordt.
i licht rood op en er verschijnt een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center in combinatie met