A pparaat bedienen
1
S choonwatertank vullen
A p p a r a a t b e d i e n e n
Voordat u de functie met stoom start, opent u de
ovendeur en vult u de watertank met water.
Zorg ervoor dat u de waterhardheid correct heeft
"Waterhardheid instellen" op pagina 11
ingesteld. ~
m
Waarschuwing – Letsel- en brandgevaar!
Vul uitsluitend water in de watertank. Doe geen
brandbare vloeistoffen (bijv. alcoholhoudende dranken)
in de watertank. Dampen van brandbare vloeistoffen
kunnen in de oven door hete oppervlakken ontbranden
(ontploffing).De ovendeur kan openspringen. Hete
dampen en steekvlammen kunnen naar buiten komen.
m
Waarschuwing – Risico van verbranding!
De voorkant van de binnenruimte wordt bij gebruik zeer
heet. Bij het uitnemen van de watertank uitsluitend de
greep van de watertank aanraken.
Attentie!
Beschadigingen van het apparaat door het gebruik
van ongeschikte vloeistoffen
–
Gebruik uitsluitend vers leidingwater, onthard water
of mineraalwater zonder koolzuur.
–
Indien uw leidingwater veel kalk bevat, adviseren wij
u onthard water te gebruiken.
–
Gebruik geen gedestilleerd water, geen
leidingwater met een hoog chloorgehalte (> 40 mg/
l) of andere vloeistoffen.
Informatie over uw leidingwater is verkrijgbaar bij uw
waterleidingbedrijf. U kunt de waterhardheid met het
bijgevoegde testsetje controleren.
Vul de watertank vóór elk gebruik:
1
Maatbeker met vers water vullen.
2
Apparaatdeur openen.
3
Watertank uit het apparaat trekken tot de
vulpeilindicatie zichtbaar is (afb. A).
4
Watertank tot aan de markering "Max." met koud
water vullen (afb. B).
5
Watertank volledig tot aan de aanslag inschuiven.
Bij meerdere op elkaar volgende gaarprocessen het
restwater na elk gaarproces uit de watertank legen en
de watertank met vers water vullen.
Ovenruimte
De binnenruimte heeft drie inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
Het onderste inschuifniveau bezit twee inschuiflijsten.U
kunt bijv. bij het ontdooien de ongeperforeerde bakken
onder de geperforeerde bak schuiven om vloeistof van
het ontdooien op te vangen.
Aanwijzing: U kunt tot drie inschuifhoogtes
tegelijkertijd gebruiken.
Attentie!
–
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van de
binnenruimte. Bedek hem niet met aluminiumfolie.
Hittestuwing kan het apparaat beschadigen.
De bodem van de binnenruimte moet altijd vrij
blijven. Plaats de vormen in de bak met gaatjes of
op het rooster.
–
Plaats geen accessoires tussen de richels, anders
kunnen deze omkantelen.
Open de deur van het apparaat altijd tot de aanslag. In
deze positie zwenkt de geopende deur niet vanzelf
terug.
Apparaat bedienen
nl
13