Parameter
INVL. W.W.SENSOR
WAT.SENSOR BOVEN
WARMWATERSENSOR
10.3
VERWARMING
Parameter
INTEGRAAL A1
VERWARMINGSTIJD
HYSTERESIS
MAX RETOUR
STARTINTERVAL
BUITEN STOP
INVLOED WP
KAM.SENS.HYST.LG
KAM.SENS.HYST.HG
56 – Installatiehandleiding VMGFD110
Betekenis
De invloed van de warmwatersensor ten opzichte van die van de watersensor boven bij de
start van de warmwaterproductie.
Fabrieksinstelling: 65%, interval: 0% – 100%
Toont de actuele temperatuur boven in de boiler, mits deze sensor is aangesloten.
Toont de actuele temperatuur op circa. 1/3 van de bodem van de boiler.
Betekenis
De integraalwaarde (in graadminuten) voor het starten van de warmtepomp. Zie voor meer
informatie INTEGRAAL, Pagina 44.
Fabrieksinstelling: -60°min, interval: -250°min – -5°min
Als de warmtepomp moet wisselen tussen verschillende functies, bijvoorbeeld verwarming,
warm water, zwembadverwarming en koeling, wordt er maximaal gedurende het inge-
stelde aantal minuten warmte geproduceerd.
Fabrieksinstelling: 20M, interval: 5M – 40M
Als het verschil tussen de werkelijke aanvoertemperatuur en de berekende aanvoertempe-
ratuur te groot is, wordt de integraalwaarde op de startwaarde A1 ingesteld (de warmte-
pomp start) of wordt de waarde op 0 ingesteld (de warmtepomp stopt).
Fabrieksinstelling: 12°C, interval: 1°C – 15°C
Stoptemperatuur bij hoge retour vanuit het verwarmingssysteem.
Fabrieksinstelling: 55°C, interval: 30°C – 70°C
Minimaal tijdsinterval tussen twee starts van de warmtepomp, in minuten weergegeven.
Fabrieksinstelling: 20M, interval: 10M – 30M
Laagste buitentemperatuur waarbij de buitensensor de compressor stopt en in plaats daar-
van warmte of warmwater produceert met behulp van de bijverwarming. Er moet een
bedrijfsmodus zijn geselecteerd die bijverwarming toelaat.
Fabrieksinstelling: -20°C, interval: -20°C – -1°C
Activering van kamersensorfunctie voor blokkeren of resetten van de integraalberekening.
Fabrieksinstelling:
, interval:
De integraalberekening wordt geblokkeerd als de temperatuur van de kamersensor hoger
ligt dan de instelwaarde minus KAM.SENS.HYST.LG.
Fabrieksinstelling: 1°C, interval: 0°C, 5°C – 5°C
De integraalberekening wordt gereset en de warmtepomp stopt als de temperatuur van de
kamersensor hoger ligt dan zijn instelwaarde plus KAM.SENS.HYST.HG.
Fabrieksinstelling: 1°C, interval: 0°C – 5°C
– AAN