Symbool
VENTILATOR
KOELING
8.4
Bedrijfsinformatie
De volgende bedrijfsinformatie kan worden getoond:
Melding
KAMER
START
EVU-STOP
GEEN WARMTEVRAAG
GEEN KOELVRAAG
COMPRESSOR START --XX
COMPRESSOR+BIJVERW
START_MIN
BIJVERWARM.
ACTIEVE KOELING
ONTDOOIPERIODE X(Y)
8.5
Belangrijke parameters
8.5.1
Warmteproductie - berekening
De binnentemperatuur wordt afgesteld door de warmstooklijn van de warmtepomp te wijzigen. De warmstooklijn
is het instrument van het regelsysteem om de aanvoertemperatuur te berekenen voor het water dat naar het ver-
warmingssysteem wordt getransporteerd. De warmstooklijn berekent de aanvoertemperatuur op basis van de
buitentemperatuur. Hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de gewenste aanvoertemperatuur. Het verschil
tussen de gewenste en de daadwerkelijke aanvoertemperatuur vormt het uitgangspunt voor het berekenen van
de warmtevraag.
De warmstooklijn wordt tijdens de installatie afgesteld. Deze moet echter later worden bijgesteld om te zorgen
voor een aangename binnentemperatuur onder alle weersomstandigheden. Een correct ingestelde warmstooklijn
zorgt voor minder onderhoud en bespaart energie.
8.5.2
STOOKLIJN
Op de display wordt de waarde voor STOOKLIJN weergegeven via een grafiek op het displayscherm. Stel de warm-
stooklijn in door de waarde voor STOOKLIJN te wijzigen. De waarde voor STOOKLIJN geeft de gewenste waarde
voor de aanvoertemperatuur aan ten opzichte van de buitentemperatuur.
40 – Installatiehandleiding VMGFD110
Betekenis
Wordt weergegeven wanneer de ventilator is geactiveerd.
Wordt weergegeven als er koeling wordt geproduceerd.
A = Actieve koeling.
Betekenis
Geeft de ingestelde KAMER-waarde weer. Standaardwaarde: 20°C.
Indien de optionele kamersensor is geïnstalleerd, geeft deze de werkelijke temperatuur en
de gewenste binnentemperatuur tussen haakjes weer.
Geeft aan dat er warmte- of warmwaterproductie nodig is en dat de warmtepomp gaat
starten.
Geeft aan dat de extra functie EVU actief is. EVU wordt gebruikt om de warmtepomp uit te
schakelen bij hoog energietarief.
Geeft aan dat er geen vraag naar warmte- of warmwaterproductie is.
Geeft aan dat er geen vraag naar koeling is.
Geeft aan dat er warmte- of warmwaterproductie of koeling nodig is en dat de warmte-
pomp over XX minuten gaat starten.
Geeft aan dat de warmteproductie actief is met zowel de compressor als de bijverwar-
ming.
Geeft aan dat er behoefte is aan warmte- of warmwaterproductie, maar dat er een start-
vertraging actief is.
Geeft aan dat er vraag naar bijverwarming is.
Wordt weergegeven als er actief koeling wordt geproduceerd.
Wordt weergegeven wanneer ontdooien actief is. X geeft de actuele gerealiseerde tempe-
ratuur aan. Y geeft aan bij welke temperatuur het ontdooien klaar is.