Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanpassing Van De Warmstooklijn Bij -5°C, 0°C En 5°C - Danfoss DHP-AQ Series Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AQ Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

De warmstooklijn van het systeem wordt niet steiler of vlakker als de KAMER-waarde wordt gewijzigd. In
plaats daarvan wordt de gehele warmstooklijn met 3°C verschoven voor iedere graad dat de KAMER-waarde
wordt gewijzigd. De reden waarom de stooklijn met 3°C wordt bijgesteld, is dat de aanvoertemperatuur nor-
maal gesproken met ongeveer 3°C moet stijgen om de binnentemperatuur met 1°C te verhogen.
Als de STOOKLIJN-waarde wordt gewijzigd, verandert de helling van de warmstooklijn van het systeem.
1
5 6
4 0
2 4
2 0
Nummer
1
2
3
Dit heeft geen gevolgen voor de relatie tussen de aanvoertemperatuur en de buitentemperatuur. De aanvoertem-
peratuur wordt over de hele warmstooklijn met hetzelfde aantal graden verhoogd of verlaagd. Dat wil zeggen dat
de hele warmstooklijn stijgt of daalt zonder dat de helling van de stooklijn verandert.
Deze methode voor het aanpassen van de binnentemperatuur is vooral geschikt voor een tijdelijke verhoging of
verlaging van de binnentemperatuur. Voor langetermijnstijgingen of -dalingen van de binnentemperatuur wordt
in plaats daarvan de warmstooklijn afgesteld.
8.5.4
Aanpassing van de warmstooklijn bij -5°C, 0°C en 5°C
Bij buitentemperaturen tussen -5°C en +5°C kan het nodig zijn om een deel van de warmstooklijn aan te passen als
de buitentemperatuur niet constant is. Om die reden is er een functie beschikbaar die de stooklijn aanpast bij drie
verschillende buitentemperaturen: -5°C, 0°C en +5°C. De functie houdt in dat bij deze drie temperaturen de instel-
waarde voor de aanvoertemperatuur kan worden verhoogd of verlaagd zonder de rest van de warmstooklijn te
veranderen. De aanvoertemperatuur wordt niet alleen beïnvloed bij de aangegeven temperatuur, bijvoorbeeld
-5°C. De verandering vindt geleidelijk plaats tussen 0°C en -10°C, waarbij de maximale bijstelling wordt bereikt bij
-5°C. In de onderstaande grafiek ziet u de bijgestelde STOOKLIJN -5. De aanpassing is te zien als een hobbel in de
grafiek.
Kies ervoor om de warmstooklijn afzonderlijk af te stellen bij drie specifieke buitentemperaturen: -5°C, 0°C en +5°C.
De aanvoertemperatuur kan worden gewijzigd met plus/min 5°C.
42 – Installatiehandleiding VMGFD110
0
-2 0
Beschrijving
Aanvoertemperatuur (°C)
Gewenste aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur (°C)
2
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave