Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss DHP-AQ Series Installatiehandleiding pagina 24

Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AQ Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

De tekening hieronder toont de circuits van de warmtepomp met de bijbehorende veiligheidsfuncties.
2
1
4
Verwarmingscircuit (1)
Als de flow in het verwarmingscircuit onder de toegestane waarde ligt bij het starten van de warmtepomp en vóór
het ontdooien, blokkeert de flowsensor (2) de normale werking van de warmtepomp, gaat er een alarmindicator
knipperen op het bedieningspaneel van de regelcentrale en wordt er een waarschuwingstekst weergegeven op
de display van het bedieningspaneel. Het alarm reset zichzelf als de flow terug is.
Als de druk in dit circuit hoger ligt dan de openingsdruk voor de veiligheidsklep (3), zal de klep openen, de over-
druk eruit laten en weer sluiten. De overstortleiding van de veiligheidsklep moet een niet-afsluitbare verbinding
hebben met een afvoer. De aansluiting daarop moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving bevinden.
Koudemiddelcircuit (4)
Het hogedrukgedeelte van het koudemiddelcircuit is voorzien van een hogedrukpressostaat (6) en een bedrijfs-
pressostaat (5). De bedrijfspressostaat stopt de compressor als de werkdruk wordt bereikt.
Als de bedrijfspressostaat buiten werking is en de druk in het circuit blijft toenemen, wordt de hogedrukpresso-
staat geactiveerd als de schakeldruk wordt bereikt. Hierbij wordt de compressor gestopt en wordt de normale
werking van de warmtepomp geblokkeerd.
Als de hogedrukpressostaat wordt geactiveerd, knippert er een alarmindicator op het bedieningspaneel van de
regelcentrale en wordt er een waarschuwingstekst weergegeven op de display van het bedieningspaneel. De
geblokkeerde warmtepomp wordt gereset door de bedrijfsmodus op UIT te zetten en daarna weer op de eerder
gekozen modus.
Als de druktransmitter (7) een te lage druk registreert in het koudemiddelcircuit, wordt de normale werking van de
warmtepomp geblokkeerd, gaat er een alarmindicator op het bedieningspaneel van de regelcentrale knipperen
en wordt er een waarschuwingstekst weergegeven op de display van het bedieningspaneel. De geblokkeerde
warmtepomp wordt gereset door de bedrijfsmodus op UIT te zetten en daarna weer op de eerder gekozen modus.
De druktransmitter wordt ook gebruikt om de temperatuur en druk in de gaten te houden bij het starten van de
compressor. Bij afwijkingen wordt dezelfde aanpak gevolgd als bij lage druk.
Compressor (8)
De warmtepomp is voorzien van een overstroombeveiliging om de compressor te beschermen tegen overstroom.
Als de overstroombeveiliging (zie onderstaande afbeelding) wordt geactiveerd, wordt de normale werking van de
warmtepomp geblokkeerd, knippert er een alarmindicator op het bedieningspaneel van de regelcentrale en
wordt er een waarschuwingstekst weergegeven op de display van het bedieningspaneel.
De geblokkeerde warmtepomp wordt gereset door de bedrijfsmodus op UIT te zetten en daarna weer op de eer-
der gekozen modus.
De compressor is ook voorzien van een interne beveiliging die de compressor stopzet bij gevaar voor oververhit-
ting. De interne beveiliging kan niet handmatig worden gereset. De compressor moet eerst afkoelen voordat hij
opnieuw wordt gestart. Aan deze beveiliging is geen alarm gekoppeld.
De drukleidingsensor (10) zet de compressor stop bij een te hoge drukgastemperatuur. Dit wordt op de display
aangegeven met een vierkant. De stop wordt beëindigd als de temperatuur weer normaal is.
22 – Installatiehandleiding VMGFD110
Legenda
3
1
2
10
3
6
4
5
5
9
8
6
7
7
8
9
10
Verwarmingscircuit
Flowsensor
Veiligheidsklep, verwarmingscircuit, extern gemonteerd
Koudemiddelcircuit
Bedrijfspressostaat
Hogedrukpressostaat
Druktransmitter
Compressor
Ventilator
Sensor drukleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave