Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Danfoss DHP-AL Installatie- En Servicehandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AL:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie- en service-
handleiding
DHP-AL
VMBME110

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Danfoss DHP-AL

  • Pagina 1 Installatie- en service- handleiding DHP-AL VMBME110...
  • Pagina 2 VMBME110...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Installatiehandleiding ...... 5 Servicehandleiding ......23 11 De warmtepomp......... . 23 1 Belangrijke informatie/veiligheidsvoorschriften.
  • Pagina 4 VMBME110...
  • Pagina 5: Installatiehandleiding

    (zie voor hoeveelheid koudemiddel het machine- geplaatst. De vloer moet het brutogewicht van de warmte- plaatje) via de servicekleppen. Alle garanties van Danfoss AS komen pomp kunnen dragen als deze is gevuld. (Zie Technische spe- te vervallen als andere koudemiddelen worden gebruikt dan door cificatie).
  • Pagina 6: Informatie Warmtepomp

    Afmetingen en aansluitingen Informatie warmtepomp De brineleidingen kunnen links of rechts van de warmtepomp wor- den aangesloten. Controle bij levering 1. Controleer of er geen schade is ontstaan tijdens het transport. De warmtepomp is ingepakt in karton. 2. Verwijder de folie en controleer of de levering de volgende onderdelen bevat.
  • Pagina 7: Onderdelen

    Onderdelen Zijaanzicht, links Vooraanzicht Zijaanzicht, rechts Afbeelding 3: Onderdelen. Nummer Naam Aanvoerleiding van het verwarmingssysteem Brine, aanvoer tijdens normaal bedrijf Retourleiding, verwarmingssysteem Bijverwarming, dompelverwarming Elektrisch paneel Circulatiepomp van het verwarmingssysteem Verdamper Circulatiepomp van het koudemiddelsysteem Driewegklep, verwarmingssysteem Droogfilter Expansieklep Shuntklep, ontdooien Brine, aanvoer tijdens ontdooien Condensor Hogedruk- en bedrijfspressostaat...
  • Pagina 8: Controlepaneel Van De Warmtepomp

    Controlepaneel van de warmtepomp Benodigde ruimte Het controlepaneel van de warmtepomp bestaat uit een display, Om de installatie en het latere testen en onderhoud te vergemak- vier knoppen en een indicator. kelijken, moet er voldoende vrije ruimte rond de warmtepomp wor- den aangehouden.
  • Pagina 9: Benodigde Ruimte Rond Buitenunit

    plaat moet meerdere dwarsbalken overbruggen om het gewicht Gaten boren voor van de warmtepomp te spreiden. Als de warmtepomp in een nieuw brineleidingen huis wordt geplaatst, is hier gewoonlijk rekening mee gehouden bij de bouw en zijn de dwarsbalken versterkt waar de warmtepomp ⚠...
  • Pagina 10: Uitpakken En Installeren

    Uitpakken en installeren Frontplaat verwijderen ⚠ LET OP! Zorg ervoor dat u bij het verwijderen van de front- plaat de elektrische bedrading voor het regelsysteem niet Plaatsen beschadigt! Zowel de warmtepomp als de boiler kunnen links of rechts van De frontplaten moeten worden verwijderd om de warmtepomp en elkaar worden aangesloten.
  • Pagina 11: Ontdooisensor Installeren

    Afbeelding 15: Voorbereidingen frontplaat. Schroef de drie schroeven (4) van onderaf op hun plaats in de voorgeboorde gaten aan de voorkant van de buitenunit. Haak de onderkant van de frontplaat in de drie uitstekende Afbeelding 18: Voltooien door de plaat te installeren. schroeven.
  • Pagina 12: Leidingen Installeren

    • Zorg dat de leidingen worden gemonteerd volgens de afme- Leidingen installeren tings- en aansluitdiagrammen in “Informatie warmtepomp”. ⚠ • Bij de installatie van de leidingen moeten de toepasselijke, plaat- LET OP! Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidin- gen bij het monteren niet gespannen zijn! selijke regels en voorschriften in acht worden genomen.
  • Pagina 13: Veiligheidskleppen

    Flexibele slangen zijn met alle noodzakelijke onderdelen, inclusief een filter. bij Danfoss AS te koop. In de volgende afbeeldingen worden juist 3. Isoleer de aanvoer- en retourleidingen. en onjuist gemonteerde aansluitingen met dit type slang getoond.
  • Pagina 14: Elektrische Installatie

    Ruimte voor uitbreidingskaart dieping worden geplaatst. De plek moet niet volledig tegen wind Klemmenstrook zijn beschermd en zich niet in een directe tochtstroom bevinden. Ruimte voor Thermia/Danfoss Online Waarschuwingssticker Plaats de buitensensor niet op reflecterende paneelwanden. Ontdooikaart • Plaats de sensor op minimaal 1 m afstand van muuropeningen Contactgever voor compressor waar warme lucht uit komt.
  • Pagina 15: Taal Wijzigen In De Regelcomputer

    • Als de sensorkabel via een leiding wordt aangesloten, moet de De driewegklep aansluiten leiding worden afgedicht, zodat de sensor niet door uitgaande lucht wordt beïnvloed. Sluit vervolgens de sensor aan op het controlesysteem van de warmtepomp. Volg hiervoor de onderstaande instructies. 217C 1.
  • Pagina 16: Brine-Installatie

    Brine-installatie Aansluitdiagram Leidingaansluitingen in afbeelding: Brine van, tijdens ontdooien Brine naar Brine van, normaal bedrijf Veiligheidsklep 1,5 bar Brine naar, tijdens ontdooien 10 Brine van, tijdens ontdooien 14 Brine, expansieleiding wanneer buitenunit op hoger niveau is geplaatst Verplaatste aanvoerleidingsensor voor het brinesysteem Ontluchtingsklep Manier 2 Positie van het expansievat...
  • Pagina 17: Brineleidingen Installeren

    Brineleidingen installeren 1. Bepaal aan welke kant op de warmtepomp de brineleidingen worden aangesloten. 2. Leid de retourleiding langs de rubberbalgen voor de retourlei- ding aan de zijkant van de warmtepomp. 3. Installeer de retourleiding met alle bijbehorende componenten. Plaats de vulkraan en zorg ervoor dat de filterklep omhoog wijst.
  • Pagina 18: Het Brincecircuit Ontluchten En Navullen

    Het brincecircuit ontluchten en navullen Accessoires/extra functies ⚠ LET OP! Bij het bijvullen moet de brinepomp lopen. installeren 1. Start de brinepomp met de regelaar in het menu SERVICE -> MANUEEL TEST -> BRINEPOMP. Stel de waarde in op 1. Sensor voor kamertemperatuur 2.
  • Pagina 19: Hogere Warmwatertemperatuur

    Hogere warmwatertemperatuur ⚠ LET OP! Sluit de warmtepomp nooit aan om een hogere tem- peratuur te verkrijgen tenzij dit nodig is voor de verwarming of de tapwatersystemen. Hogere temperaturen leveren een hogere belasting op voor de warmtepomp. Indien nodig kan de warmtepomp worden aangesloten om warmer water te produceren voor het verwarmingssysteem en het tapwa- tersysteem.
  • Pagina 20: Opstarten

    Opstarten Handmatige test Voer een test uit en controleer tegelijkertijd of de geteste onderde- LET OP! Lees eerst de veiligheidsvoorschriften! len werken. ⚠ De inbedrijfstelling mag alleen worden uitgevoerd wanneer het verwarmingssysteem, de boiler en het brinesysteem zijn Activeer de optie MANUEEL TEST gevuld en ontlucht.
  • Pagina 21: Frontplaat Monteren

    ⚠ Circulatiepompen handmatig starten LET OP! Brandwondgevaar, de leiding kan een temperatuur van 70-80°C bereiken! Als een van de circulatiepompen niet start, probeert u het vol- gende: Afbeelding 42: Locatie van de ontluchtingsschroef. 1. Draai de ontluchtingsschroef aan de voorzijde van de pomp los en verwijder deze.
  • Pagina 22: Overdracht Aan Klant

    Overdracht aan klant Na de installatie en testprocedure moet de klant worden geïnfor- meerd over de nieuwe warmtepomp. Hieronder vindt u een contro- lelijst met informatie die aan de klant moet worden gegeven: • Het model van de geïnstalleerde warmtepomp •...
  • Pagina 23: Servicehandleiding

    Servicehandleiding De warmtepomp 11.1 Algemene beschrijving van functie Een warmtepomp maakt gebruik van de energie in een natuurlijke warmtebron, zoals steen, aarde, grondwater of lucht. De warmtepomp kan worden vergeleken met een omgekeerde koeler. In een koeler wordt de warmte van binnen naar buiten geleid. In een warmtepomp wordt de warmte die in een warmtebron is opgeslagen naar de binnenkant van het huis geleid.
  • Pagina 24: Onderdelen

    11.2 Onderdelen De DHP-AL is een warmtepomp voor zowel de verwarming als productie van huishoudelijk tapwater voor het huis. De warmtepomp gebruikt buitenlucht als warmtebron en neemt met een luchtwarmtewisselaar in een aparte buitenunit energie op uit de lucht. De compressor in de warmtepomp is de eerste compressor op de markt die speciaal is ontwikkeld voor warmtepompen. De compressor heeft een geïntegreerd elektrisch verwarmingselement dat bijverwarming produceert.
  • Pagina 25: Verwarming

    De DHP-AL heeft een automatische functie om de luchtwarmtewisselaar te ontdooien met de geproduceerde warmte- energie. Indien nodig start de ontdooiprocedure. Dit houdt het volgende in: •...
  • Pagina 26: Belangrijke Parameters

    11.7 Belangrijke parameters Warmteproductie - berekening De binnentemperatuur wordt afgesteld door de warmstooklijn van de warmtepomp te wijzigen. De warmstooklijn is de tool van de rege- laar om de aanvoertemperatuur te berekenen voor het water dat naar het verwarmingssysteem wordt getransporteerd. De stooklijn bere- kent de aanvoertemperatuur op basis van de buitentemperatuur.
  • Pagina 27 KAMER Als u de binnentemperatuur wilt verhogen of verlagen, wijzigt u de KAMER-waarde. Het verschil tussen het wijzigen van de KAMER-waarde en de STOOKLIJN-waarde is dat de warmstooklijn van het systeem niet steiler of vlakker wordt als de KAMER-waarde wordt gewijzigd, iets wat wel gebeurt als de STOOKLIJN-waarde wordt gewijzigd.
  • Pagina 28 Als er in uw huis een kelder is, moet de MIN-waarde worden afgesteld op een geschikte temperatuur voor de kelder in de zomer. Een voor- waarde om warmte in de kelder te houden in de zomer is dat alle radiatoren over thermostaatkleppen beschikken die de warmte in de rest van het huis uitschakelen.
  • Pagina 29 HYSTERESIS Om de warmtepomp vooraf te starten bij plotselinge veranderingen in de warmtevraag kunt u de HYSTERESIS-waarde gebruiken. Deze waarde reguleert het verschil tussen de werkelijke aanvoertemperatuur, t en de berekende aanvoertemperatuur, t . Als het verschil gelijk is aan of groter is dan de ingestelde HYSTERESIS-waarde (x), dat wil zeggen dat er een warmtevraag is of dat de warmtevraag verdwijnt, wordt de integrale waarde nog sneller dan de normale integraalberekening op de startwaarde INTEGRAAL A1 of op de stopwaarde 0°min gezet.
  • Pagina 30: Regelaar

    Regelaar 12.1 Beschrijving van functie Met een regelaar wordt automatisch de warmtevraag berekend in het huis waar de warmtepomp is geïnstalleerd en wordt gecontroleerd of de juiste hoeveelheid warmte wordt geproduceerd en uitgestoten, indien nodig. Er zijn veel verschillende waarden (parameters) die tijdens de berekening van de warmtevraag moeten worden geraadpleegd.
  • Pagina 31: Display

    12.2 Display De display van de regelaar geeft in tekstvorm informatie weer over de werking, status en eventuele alarmmeldingen van de warmtepomp. De status, die met symbolen wordt aangegeven, wordt ook weergegeven in het lagere deel waarin het bedrijfsproces van de warmtepomp te zien is.
  • Pagina 32 Melding Betekenis FOUT HOGE DRUK Een alarm dat aangeeft dat de hogedrukpressostaat actief is. FOUT LAGE DRUK Een alarm dat aangeeft dat de lagedrukpressostaat actief is. FOUT MOTORBEV. Een alarm dat aangeeft dat de motorbeveiliging actief is. BRINEFLOW LAAG Verschijnt als de optionele stromingsschakelaar is geïnstalleerd. Een alarm dat aangeeft dat de stroom in het brinesysteem laag is.
  • Pagina 33: Menu's

    Menu’s 13.1 Hoofdmenu INFORMATIE Met dit menu worden de bedrijfsmodi van de waterpomp gewijzigd en wordt de warmstooklijn bijgesteld. De historie en bedrijfstijden kunnen hier ook worden bekeken. Open het menu door op de linker- of rechterknop te drukken. De beschikbare submenu’s in het menu INFORMATIE worden in de onderstaande tabel getoond: Hoofdmenu Submenu...
  • Pagina 34 Submenu INFORMATIE -> BEDRIJF Wordt gebruikt om de bedrijfsmodus te selecteren. Menukeuze Betekenis Fabrieksinstelling De installatie is uitgeschakeld. De actieve alarmmeldingen worden gereset. (UIT) AUTO Automatische bediening met zowel warmtepomp als bijverwarming is toegestaan. Als het aantal vermogensstappen voor de bijverwarming op nul worden ingesteld (SERVICE ->...
  • Pagina 35 Submenu INFORMATIE -> TEMPERATUUR Wordt gebruikt om de heersende temperaturen weer te geven, de historie en ingestelde/berekende waarden. Met de historie kunnen alle waarden worden bekeken. Door op de rechterpijl te drukken, verschijnt er een grafiek van de laatste 100 meetpunten voor het ingestelde tijdsinterval (SERVICE ->...
  • Pagina 36: Hoofdmenu Service

    13.2 Hoofdmenu SERVICE Dit menu is voor gebruik tijdens de installatie en service om de werking van de warmtepomp te optimaliseren en bij te stellen. U kunt in het menu komen door de linker- en rechterpijl gedurende 3 seconden in te drukken. De beschikbare submenu’s in het menu SERVICE wor- den in de onderstaande tabel getoond: Hoofdmenu Submenu...
  • Pagina 37 Submenu SERVICE -> WARM TAPWATER Wordt gebruikt om de instellingen voor de tapwaterproductie te wijzigen. Menukeuze Betekenis Fabrieksinstelling START Starttemperatuur voor tapwaterproductie. Toont de werkelijke tapwatertempe- 40°C (bij temperatuur ratuur en de waarde tussen haakjes geeft de starttemperatuur aan. BUITENLUCHT 38°C) (interval: 30°C / 55°C) 40M (tot maximaal 8kW) TAPWATERTIJD...
  • Pagina 38 Submenu SERVICE -> MANUEEL TEST Wordt gebruikt om de onderdelen van de warmtepomp of de vermogenssignalen handmatig te testen en tijdens een test te bedienen. Menukeuze Betekenis Fabrieksinstelling MANUEEL TEST Instellingsopties voor handmatig testen. 0 = deactiveren van handmatige test 1 = activeren van handmatige test 2 = activeren van handmatige test met optie om van het menu SERVICE te navi- geren en te controleren of de temperatuur stijgt.
  • Pagina 39 Submenu SERVICE -> INSTALLATIE Wordt gebruikt voor instellingen die tijdens de installatie worden ingesteld Menukeuze Betekenis Fabrieksinstelling NEDERLANDS Taalinstelling voor regelaar. NEDERLANDS (SVENSKA NORSK, SUOMI, DEUTSCH, NEDERLANDS, ENGLISH, FRANCAIS POLSKI DANSK) SYSTEEM Submenu SERVICE -> INSTALLATIE -> SYSTEEM: LET OP! De menukeuze Menukeuze Betekenis in het menu SYSTEEM...
  • Pagina 40 Submenu SERVICE -> ONTDOOIEN Wordt gebruikt om de instellingen voor het ontdooien van de buitenunit in te stellen. Menukeuze Betekenis Fabrieksinstelling ONTD.CURVE 0 Hierbij kan de hoek van de ontdooicurve, beginnend bij een buitentemperatuur -10°C van 0°C, veranderd worden met behulp van de rechterpijl of door op +of – te (interval: -15°C / -5°C) drukken (dit verandert de starttemperatuur voor ontdooien).
  • Pagina 41: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen ⚠ LET OP! Dit hoofdstuk over het oplossen van problemen bevat algemene informatie over warmtepompen voor de gehele serie en kan daarom bepaalde punten bevatten die niet van toepassing zijn op de geïnstalleerde warmtepomp. 14.1 Lijst alarmmeldingen Wordt weergegeven op de display in geval van een alarm. Om alarmmeldingen 1-5 te resetten, moet de bedrijfsmodus op UIT worden gezet of de stroom worden afgesloten.
  • Pagina 42: Bedrijfsproblemen - Alarm

    14.3 Bedrijfsproblemen – Alarm Probleem – Alarm LP (lagedrukpressostaat) Oorzaak Problemen oplossen Actie 1. Filter verstopt in het brinecircuit. Controleer of het filter niet verstopt is. Maak indien nodig het filter schoon. 2. Lucht in het brinecircuit. Luister of er lucht zit in de warmtepomp en het brinecir- Ontlucht het brinecircuit volgens de installatie- cuit.
  • Pagina 43 Oorzaak Problemen oplossen Actie 13. Verstopping droogfilter. Controleer het temperatuurverschil boven het droogfilter. Als het droogfilter is afgedicht, moet dit worden Een verschil van één graad is toegestaan. Als het verschil vervangen. groter is dan 1 graad, is het filter verstopt. Lees de gege- vens af tijdens bedrijf.
  • Pagina 44 Oorzaak Problemen oplossen Actie • Onjuiste pressostaat geplaatst. Minimaal dezelfde scha- 7. De bedrijfspressostaat gaat niet open. Als de bedrijfspressostaat niet open gaat, ver- keldruk als de hogedrukpressostaat. Zie markering vangt u deze. • Storing pressostaat, opent bij een te hoge druk (nomi- nale druk).
  • Pagina 45: Probleem - Alarm Ms (Motorbeveiliging)

    Probleem – Alarm MS (motorbeveiliging) Oorzaak Problemen oplossen Actie 1. Fase verdwenen of zekering gesprongen. Controleer of alle fasen aanwezig zijn op de Als er een fase ontbreekt, controleert u achter- klemmenstrook voor de ingaande voeding. waarts richting de hoofdschakelkast van het Controleer, als dat niet het geval is, de zekeringen gebouw.
  • Pagina 46 Probleem – Onjuiste fasevolgorde Oorzaak Problemen oplossen Actie • Als de tekst FOUT FASEVOLGORDE op de display De binnenkomende fasen hebben een onjuiste Als de fasen niet de juiste volgorde hebben, moe- volgorde (geldt alleen voor warmtepompen met wordt weergegeven wanneer de warmtepomp ten twee binnenkomende fasen bij de hoofd- 3 fasen).
  • Pagina 47 Probleem – Alarm Brineflow laag Oorzaak Problemen oplossen Actie 1. Onjuist systeem geselecteerd in de regelaar. Controleer in het menu SYSTEEM welk systeem er Als het verkeerde systeem is geselecteerd, wijzigt is geselecteerd. u dit. Als het systeem geen stromingsschakelaar heeft, maar de regelaar wel voor een systeem met stro- mingsschakelaar is ingesteld, treedt dit alarm op.
  • Pagina 48: Bedrijfsprobleem - Lekkage

    14.4 Bedrijfsprobleem – Lekkage Probleem – Lekkage vloeistofzijde Oorzaak Problemen oplossen Actie • Haal de aansluiting aan en controleer of deze is 1. Aansluitingen niet voldoende aangehaald. Lokaliseer het lek. afgedicht. • Als deze nog steeds niet is afgedicht, vervangt u de gehele aansluiting en steunmof (alleen bij zachte leidingen).
  • Pagina 49: Bedrijfsprobleem - Geluid

    14.5 Bedrijfsprobleem – Geluid Probleem – Geluidsprobleem in het radiatorsysteem Oorzaak Problemen oplossen Actie 1. Ontbrekende flexibele slangen. Flexibele slangen moeten volgens de instructies Installeer de flexibele slangen volgens de instruc- worden geïnstalleerd. ties. 2. Onjuist geïnstalleerde flexibele slangen. Flexibele slangen moeten volgens de instructies Installeer de flexibele slangen volgens de instruc- worden geïnstalleerd.
  • Pagina 50: Bedrijfsprobleem - Tapwater

    Oorzaak Problemen oplossen Actie 3. De IPR-klep van de compressor gaat open. De compressor heeft een ingebouwde IPR-klep Als deze open gaat bij een te lage druk, vervangt die open gaat bij 28 ±3 bar. u de compressor. Als de klep open gaat, wordt het drukverschil tus- sen de hoge- en lagedrukzijde van de compres- sor opgeheven en hoort u een malend/fluitend geluid.
  • Pagina 51: Bedrijfsprobleem - Verwarmingscomfort

    Oorzaak Problemen oplossen Actie 6. Grote afvoerstroom (>12l/min). Controleer hoeveel liter tapwater (ongeveer Als de stroom afvoerwater groter is dan 12 l/min, 40°C) er per minuut wordt afgevoerd vanaf de heeft dit gevolgen voor de gelaagdheid in de kraan. Gebruik een klok en een emmer om de boiler, waardoor de tapwatercapaciteit beperkt afvoerstroom te meten.
  • Pagina 52 Oorzaak Problemen oplossen Actie 3. Sensorstoring, BUITEN/KAMER/ Controleer wat de betreffende sensor aangeeft. Is Als de sensor defect is, vervangt u deze. AANVOERLEIDING/RETOURLEIDING. dat een aannemelijke/feitelijke waarde? Meet de weerstand van de sensor en vergelijk deze met de weerstandstabel in “Meetpunten”. 4.
  • Pagina 53 Oorzaak Problemen oplossen Actie 11. Het totale vermogen van de warmtepomp en Wat is de vermogensbehoefte van het gebouw? Zorg ervoor dat het beschikbare vermogen mini- de bijverwarming is te klein in verhouding tot de maal even groot is als de vermogensbehoefte Wat is het vermogen van de warmtepomp? vermogensbehoefte van het gebouw.
  • Pagina 54: Bedrijfsprobleem - Diversen

    Probleem – onregelmatige binnentemperatuur Oorzaak Problemen oplossen Actie 1. De in- en afstelling van de regelaar van de Controleer de instellingen voor KAMER en Stel de onjuiste waarden bij in de regelaar van de warmtepomp zijn niet aangepast aan de eisen/ STOOKLIJN, MIN, MAX, STOOKLIJN 5, STOOKLIJN warmtepomp.
  • Pagina 55 Oorzaak Problemen oplossen Actie 3. De integraalwaarde heeft het startniveau voor Controleer in de regelaar wat de integraalwaarde Als de bijverwarming in bedrijf is omdat de inte- de bijverwarming bereikt. graalwaarde heeft afgeteld naar de startwaarde, reageert de regelaar op de juiste manier. Zie “Warmtepomp”...
  • Pagina 56: Probleem - De Warmtepomp Verbruikt Te Veel Energie

    Oorzaak Problemen oplossen Actie 3. De compressor werkt niet vanwege een alarm. Controleer het alarm dat op de display wordt Verhelp het probleem en reset het alarm. Zie weergegeven. “Bedrijfsprobleem – Alarm”. • Controleer de instelling van de MAX-waarde • Als de waarde MAX RETOUR niet op het systeem 4.
  • Pagina 57 Oorzaak Problemen oplossen Actie 4. Onjuiste flow in het brinecircuit. Voer met een thermometer (∆t) een controleme- Als het verschil groter is dan 4°C, kijkt u wat hier- ting uit van het verschil tussen de aanvoer- en voor de oorzaak is. Bijv.: vuil in het filter, systeem- retourleiding.
  • Pagina 58: Probleem - Bijverwarming Wordt Te Vroeg Ingeschakeld

    Oorzaak Problemen oplossen Actie 10. Expansieklep is defect of onjuist ingesteld. Controleer de oververhittingsgegevens van de Als de oververhittingsgegevens niet overeen- unit met een manometer en een thermometer. komen met de instructies voor het specifieke koudemiddel, stelt u de expansieklep af totdat de Controleer ook of de bol en de capillaire buis niet juiste waarde wordt verkregen.
  • Pagina 59: Probleem - Korte Bedrijfstijden Ondanks Verwarmingsbehoefte

    Oorzaak Problemen oplossen Actie 2. Gebrek aan koudemiddel, onvoldoende koude- Controleer met behulp van een manometer en Als de koeling niet op het juiste peil ligt in ver- middel in het systeem. een thermometer of de oververhitting van de houding tot het specifieke koudemiddel en te unit correct is voor het specifieke koudemiddel.
  • Pagina 60: Bedrijfsprobleem - Buitenunit

    14.9 Bedrijfsprobleem - Buitenunit Probleem – Geluid/hard geluid Oorzaak Problemen oplossen Actie 1. Buitenunit plaatsen. Kijk of de buitenunit kan worden verplaatst naar Bij het plaatsen van de buitenunit heeft de rich- een geschiktere plaats. ting geen gevolgen voor de prestaties. De bui- tenunit hoeft niet zo dicht mogelijk bij de warm- tepomp te worden geplaatst, maar kan op een afstand van maximaal 30 “leidingmeters”...
  • Pagina 61: Technische Gegevens

    Technische gegevens DHP-AL Koudemiddeltype R404A R404A R404A R404A Koudemiddel, kg 0,95 1,45 1,40 1,60 Elektrische aansluiting, V 400 V 3-N 400 V 3-N 400 V 3-N 400 V 3-N Max. nominaal uitgangsvermo- gen, comp. kW Compressor+BV 2) 3) 4) Elektrisch verwarmingselement,...
  • Pagina 62 VMBME110...

Inhoudsopgave