shunt. De shunt wordt aangestuurd via het regelsysteem van de warmtepomp. De aanvoertemperatuur kan wor-
den geregeld m.b.t. de buitentemperatuur en de ingestelde warmstooklijn. Indien nodig wordt de bijverwarming
automatisch gestart. De bijverwarming voert doorverwarming uit (anti-legionellafunctie) in de bedrijfsmodi die
bijverwarming toestaan.
Er wordt een buffertank gemonteerd voor het egaliseren van de temperatuur naar het verwarmingssysteem en als
waarborg voor voldoende energie bij ontdooien. De buffertank moet een volume hebben van 10 l/kW warmte-
pompvermogen (voor systemen met boiler). Boiler is als accessoire verkrijgbaar.
5
5.3
Systeemoplossing DHP-AQ Maxi
De DHP-AQ Maxi bevat de regeleenheid inclusief aanvoer- en retourleidingsensoren, circulatiepomp, 3-wegklep,
elektrische bijverwarming en boiler. De warmtepomp produceert warmte, koeling en warm water. Verwarming en
warm water kunnen niet tegelijkertijd worden geproduceerd, omdat de driewegklep voor verwarming en warm
water na de warmtepomp en de elektrische bijverwarming is geplaatst. De warmwaterproductie heeft een hogere
prioriteit dan verwarming en koeling. Er kunnen twee verwarmingscircuits worden aangesloten, waarvan één met
shunt. De shunt wordt aangestuurd via het regelsysteem van de warmtepomp. De aanvoertemperatuur kan wor-
den geregeld m.b.t. de buitentemperatuur en de ingestelde warmstooklijn. Indien nodig wordt de bijverwarming
automatisch gestart. De bijverwarming voert doorverwarming uit (anti-legionellafunctie) in de bedrijfsmodi die
bijverwarming toestaan.
Er wordt een buffertank gemonteerd voor het egaliseren van de temperatuur naar het verwarmingssysteem en als
waarborg voor voldoende energie bij ontdooien. De buffertank moet een volume hebben van 10 l/kW warmte-
pompvermogen (voor systemen met boiler).
26 – Installatiehandleiding VMGFD110
62
50
71
96
80
21
80
112
77
51
36
40
114
100
52
91
63
33
64
85
87
83
55
18
53
10
11
10
11
13
12
80