Parameter
MAX
STOOKLIJN +5
STOOKLIJN 0
STOOKLIJN -5
WARMTESTOP
CONST. TEMP.
VERL.TEMP
KAMERFACTOR
9.4
SHUNTGROEP 1 - 2
Het menu wordt alleen weergegeven als de functie geactiveerd is in menu SERVICE -> INSTALLATIE -> SYSTEEM ->
SHUNTGROEP.
Parameter
STOOKLIJN
MIN
Betekenis
Maximale berekende instelwaarde voor de aanvoertemperatuur.
Fabrieksinstelling: 55°C (bij vloerverwarming 45°C), interval: 40°C – 85°C
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentemperatuur van +5°C. Wordt in
de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Fabrieksinstelling: 0°C, interval: -5°C – 5°C
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentemperatuur van 0°C. Wordt in de
grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Fabrieksinstelling: 0°C, interval: -5°C – 5°C
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentemperatuur van -5°C. Wordt in de
grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Fabrieksinstelling: 0°C, interval: -5°C – 5°C
Maximale buitentemperatuur waarbij warmteproductie is toegestaan. Als WARMTESTOP van
kracht is, moet de buitentemperatuur 3°C zakken voordat de WARMTESTOP wordt beëindigd.
Fabrieksinstelling: 17°C, interval: 0°C – KOELSTAND ACTIEF -3°C
De temperatuur die de shunt uit de buffertank zal halen en naar het huis zal verdelen. Geldt
alleen als de buffertank geactiveerd is met aangesloten shuntgroep.
Fabrieksinstelling: 18°C, interval: 10°C – 30°C
De temperatuur die geldt bij temperatuurverlaging. Temperatuurverlaging wordt geacti-
veerd via de kalenderfunctie. Als de functie geactiveerd is, wordt KAMERINSTELW. de tempe-
ratuur die hier is ingesteld.
Fabrieksinstelling: 18°C, interval: 10°C – 30°C
Wordt alleen weergegeven als de optionele kamersensor is geïnstalleerd.
Bepaalt hoe groot de invloed van de kamertemperatuur is bij het berekenen van de aanvoer-
temperatuur. Voor vloerverwarming wordt geadviseerd om KAMERFACTOR in te stellen op 1,
2 of 3. Voor radiatorverwarming op 2, 3 of 4.
Invloed: 0 = geen invloed, 4 = zeer grote invloed.
Fabrieksinstelling: 2, interval: 0 – 4
Betekenis
Berekende aanvoertemperatuur bij buitentemperatuur van 0°C. Wordt weergegeven als een
grafiek. De grafiek wordt begrensd door de ingestelde waarden voor MIN en MAX.
Fabrieksinstelling: 40°C (bij vloerverwarming 30°C), interval: 22°C – 56°C
Minimaal toegestane aanvoertemperatuur, als de temperatuur voor warmtestop is bereikt en
de warmtepomp is gestopt.
Fabrieksinstelling: 10°C, interval: 10°C – 50°C
Installatiehandleiding VMGFD110 – 49