2.22
Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met zuur accu's
Vuur, vonkontlading, roken en open licht zijn verboden. Vonken door het aan- en
afklemmen van elektrische bouwelementen of door meetapparatuur direct aan
de accupolen vermijden. Schakel vóór het aan- en afklemmen van de accu's de
accuhoofdschakelaar uit. Verwijder eerst de massa-aansluiting. Kortsluitingen als
gevolg van polariteitomkering en het werken met een steeksleutel vermijden. Pool-
afdekking niet onnodig verwijderen. Bij het aansluiten de massakabel als laatste
monteren.
Oog/gezichtbescherming dragen!
Kinderen uit de buurt van zuren en accu's houden!
Accu bevat bijtende zuren. Geschikte beschermingskleding en zuurbestendige rub-
berhandschoenen dragen. Accu niet kantelen, uit de ontluchtingsopening kunnen
zuren lekken.
Aanwijzingen van de accuproducent in acht nemen.
Gevaar voor explosies!
Bij het laden kan uiterst explosief knalgas ontstaan.
– Na langdurig gebruik en/of het opladen van de accu met een acculader, is uiterste
voorzichtigheid geboden.
– Zorg steeds voor voldoende ventilatie.
– Zorg ervoor dat zuur accu's alleen met de toegelaten laadstroom worden opgela-
den.
2.23
Verbod op niet-geautoriseerdewijzigingen en verbouwingen
Alle niet-geautoriseerde wijzigingen en verbouwingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Ze vereisen de uitdrukkelijke toestemming van de producent. Het is ten strengste ver-
boden om mechanische, elektrische, pneumatische of hydraulische veiligheids- en
stuurinrichtingen te wijzigen, te omzeilen of buiten werking te stellen.
2.24
Algemene veiligheidsaanwijzingen voor de standverwarming
Door het gevaar voor vergiftiging en verstikking mag het verwarmingstoestel, ook
niet met een vooraf ingestelde timer of intelligente afstandsbediening, in gesloten
ruimten (bv. garages of werkplaatsen zonder afzuigsysteem) worden gebruikt.
Door het gevaar voor explosies moet het verwarmingstoestel aan tankstations en
benzinepompen uitgeschakeld zijn.
Waar ontvlambare dampen of stof kunnen worden gevormd (bv. in de buurt van
brandstof-, kool-, en houtstof of opgehoopte gewassen en dergelijke), moet het
verwarmingstoestel worden uitgeschakeld om explosies te voorkomen.
Ten laatste aan het begin van de verwarmingsperiode, moet het verwarmingstoe-
stel door een deskundige worden gecontroleerd.
Bij langdurige, sterke rookontwikkeling, ongewone brandgeluiden of brandstofgeur,
moet het verwarmingstoestel door het verwijderen van de zekering buiten wer-
king worden gezet en kan pas na een inspectie door het vakkundig personeel van
Webasto weer in gebruik worden genomen.
Als brandstof mag uitsluitend dieselbrandstof worden gebruikt.
In het gebied rond het verwarmingstoestel mag de temperatuur van 120 °C niet
worden overschreden. Wanneer de temperatuur wordt overschreden, kan blijvende
schade aan de elektronica ontstaan.
Algemene veiligheidsaanwijzingen voor de standverwarming
GEVAAR
Veiligheid
37 / 496