Werking
Verlaadactiviteit
6.13.8
Nareiniging (aandrijving B)
9
Afhankelijk van de uitrusting beschikt uw machine over een zeefkettingreiniging, een
8-voudige wringerwalsreiniger of een ontstener. Hiermee wordt een nareiniging van de
bieten doorgevoerd. De nareiniging is gelegen tussen de band onder de cabine en de
overlader. De aandrijving voor de nareiniging werkt alleen wanneer de machine aan-
drijving al aangeschakeld is.
Voor het aanschakelen van de nareiniging drukt u kort op toets (9) aan de rechtse joy-
stick.
Als de toets kort opnieuw wordt ingedrukt, schakelt de aandrijving van de nareiniging
zichzelf uit. Al deze toets wordt ingedrukt en ingedrukt wordt gehouden, keert draai-
richting van de nareiniging om (loopt in tegengestelde richting). De nareiniging kan
alleen bij de uitvoeringen met wringerwalsreiniger of ontstener worden omgekeerd.
Toerental nareiniging
Het toerental van de nareiniging kan in tien niveaus wor-
den aangepast. Selecteer deze functie met R-Select.
+ toets = meer agressieve nareiniging
- toets = meer voorzichtige nareiniging
Uitsluitend bij 8-voudige spiraalwalsreiniger:
Als na het bereiken van niveau 10 de + toets wordt losgelaten en vervolgens gedu-
rende ten minste drie seconden wordt ingedrukt, werd het niveau "Max" bereikt. Het
niveau "Max" bereikt de hoogste snelheid van de hydraulische aandrijving.
OPMERKING
Om de bieten zo voorzichtig mogelijk te behandelen, mag de snelheid van de narei-
niging niet hoger dan nodig worden ingesteld. Het niveau "MAX" mag alleen worden
ingezet bij uitermate kleverige bodems. Op dit niveau is het toerental van de spiraal-
walsreiniger alleen afhankelijk van het toerental van de dieselmotor.
Wordt deze aandrijving gestopt, stoppen ook alle voorafgaande aandrijvingen.
225 / 496