6.7.1
Bedrijfsmodus wisselen
– Om van gebruiksmodus te wisselen rijpedaal volledig loslaten en voertuig stoppen.
– Kies met toetsen (1) en (2) in toetsenveld I de gewenste bedrijfsmodus.
In gebruiksmodus Schildpad zwenkt de opstapladder uit en de waarschuwingsborden
aan de bietenhoopruimer klappen naar boven.
Rijsnelheden:
Gebruiksmodus "Schildpad I":
Gebruiksmodus "Haas I":
Gebruiksmodus "Haas II":
Schakelproces:
– Activeer de parkeerrem.
– Schakel de motor in het stationair toerental.
– Kies met de toetsen (1) en (2) op toetsenveld I de gewenste combinatie van
gebruiksmodus en versnelling:
Toets(1) gebruiksmodus selecteren "Schildpad"/"Haas"
Toets(2) versnelling selecteren "I"/"II"
– Bij het wisselen van de bedrijfsmodus hoort u een geluid ("harde klik").
– Als na het overschakelen de LED van een van de twee toetsen knippert en het
symbool in R-Touch oranje wordt, zit het versnellingsmechanisme geklemd.
Maak de parkeerrem los en rijdt erg voorzichtig (!) en heel langzaam vooruit of
achteruit. U hoort het versnellingsmechanisme nu overschakelen. U moet echter
nog steeds controleren of in R-Touch het symbool voor de gekozen gebruiksmodus
wit is en de LEDs in de toetsen op het toetsenveld branden.
Gebruiksmodi "Schildpad" en "Haas"
0-0,7 km/u
0-10,3 km/u
0-32 km/u (en/of 40 km/u of 25 km/u)
1
Werking
2
355540
153 / 496