Werking
Weegschaal (optie)
6.15.2
Bediening weegschaal
Houd rekening met de volgende punten om een zo optimaal mogelijk weegresultaat te
bereiken:
– De bandspanning moet zo laag mogelijk zijn.
– De rollen op de weegcellen (1) en ook de andere rollen (2) moeten regelmatig wor-
– Beweeg de overlader tijdens het weegproces zo langzaam en zo soepel mogelijk.
– Houd tijdens het weegproces de neigingshoek van de overlader zo contant moge-
– Plaats de overlader mogelijk niet te steil. De weergave van de neigingshoek in de
– Vuilresten op de band oefenen een sterke invloed uit op het weegresultaat. Voer
– Komen, ondanks regelmatige nulstellingen, toch weegfouten voor, moet de weeg-
262 / 496
den gereinigd. Bij respectievelijke bodemgesteldheden, zelfs meerdere keren per
dag reinigen.
lijk.
terminal moet mogelijk groen kleuren. Verandert de kleur in oranje, kunnen weeg-
fouten voorkomen.
daarom regelmatig een nulstelling
ten of zeer kleverige bodems raden we aan om de nulstelling bij elke 3de tot 5de
wissel van het afvoervoertuig door te voeren. Een nulstelling is noodzakelijk omdat
anders de hoeveelheid vuil aan de band regelmatig wordt meegewogen.
Zodra de hoeveelheid vuil op de band verandert, moet een nieuwe nulstelling wor-
den uitgevoerd. Dit geldt bij ELKE verplaatsing van de machine. Volgens onze
ervaring is een nulstelling die te zelden wordt doorgevoerd, de belangrijkste oor-
zaak van verkeerde weegresultaten.
schaal opnieuw worden gekalibreerd
(Zie Pagina
266) door. Bij sterk vervuilde bie-
(Zie Pagina
269).