Inhoudsopgave
Advertenties
Werking
Rijden
Als de joystick naar voren wordt gedrukt, neemt cruise control de snelheid over die op
dat moment door het rijpedaal wordt bepaald.
Deze snelheid is niet altijd uw actuele snelheid.
Voorbeeld:
De actuele rijsnelheid bedraagt 11 km/u. De bestuurder drukt het rijpedaal snel in tot
de aanslag. Het rijpedaal bepaalt de maximumsnelheid van de machine. De machine
begint te versnellen. Op dit moment wordt de cruise control ingeschakeld. Cruise con-
trol neemt nu de snelheid over die door het rijpedaal werd bepaald (= maximumsnel-
heid). Als u de snelheid tijdens het rijden tijdelijk wilt verhogen, kunt u cruise control
op elk moment bijstellen door het rijpedaal in te drukken. Als u sneller rijdt dan de door
cruise control bepaalde snelheid, blijft cruise control ingeschakeld, maar tijdens het
rijden zal u de werking van cruise control pas vaststellen als u de druk op het rijpe-
daal vermindert. Als u het rijpedaal loslaat, rijdt de machine weer aan de snelheid die
cruise control heeft overgenomen.
6.8.1.3.2
Cruise control uitschakelen
Voordat u cruise control uitschakelt moet u het rijpedaal altijd zo ver indrukken tot u de
snelheid die u met cruise control rijdt met het pedaal overneemt. Daardoor voorkomt u
het plotse afremmen van de machine als u cruise control uitschakelt.
Om cruise control uit te schakelen trekt u de rechtse joystick volledig naar achteren.
Andere mogelijkheden om cruise control uit te schakelen:
– Bedienen van de rempedaal
– Druk op de voetschakelaar rijrichting
– Druk op de nood-uit-schakelaar
– Parkeerrem activeren
– Linkse joystick-console omhoog brengen
6.8.2
Rijden, gebruiksmodus "Schildpad"
In gebruiksmodus Schildpad wordt de rijaandrijving bijna uitsluitend via de toetsen (2)
en (3) en via de handmatige potentiometer (14) aan de rechtse joystick bediend.
Als via toets (2) de voorwaarste rijrichting werd geactiveerd, wordt in de terminal het
symbool
getoond. Met deze toets schakelt u de voorwaartse rijaandrijving aan. Als deze toets
opnieuw wordt ingedrukt, stopt de rijaandrijving.
Het uitschakelen van de machine aandrijving (gele toets machine aandrijving (6))
schakelt de rijaandrijving eveneens uit.
De rijsnelheid (=voedingssnelheid) tijdens de laadactiviteit wordt met behulp van de
handmatige potentiometer (14) ingesteld.
162 / 496
.
Advertenties
Inhoudsopgave
