Werking
Rijden
6.8.1.2
Keuze rijrichting (voorwaarts/achterwaarts) gebruiksmodus "Haas"
Voetschakelaar rijrichting (3):
NIET INGEDRUKT
INGEDRUKT
(3)
(5)
Allleen in gebruiksmodus "Haas II" moet voor het overschakelen naar de achteruitrij-
voorziening het rijpedaal (5) volledig worden losgelaten. Wacht tot de machine volle-
dig stilstaat (0,0 km/u). Pas dan mag de "voetschakelaar rijrichting" worden ingedrukt
en in deze stand worden vastgehouden. Als het rijpedaal nu wordt ingedrukt, rijdt de
machine achteruit.
In gebruiksmodus "Haas I" mag de rijrichting bij lage rijsnelheid worden veranderd.
Bij het achteruitrijden klinkt altijd een waarschuwingssignaal, waardoor andere perso-
nen worden gewaarschuwd voor de achterwaartse beweging. Tegelijkertijd worden de
twee achteruitrijschijnwerpers automatisch aangeschakeld.
Gevaar voor schade aan de machine.
Bij het achteruitrijden moet u er in elk geval voor zorgen dat het contragewicht zo ver
werd opgeheven, dat het contragewicht en de onderrijbeveiliging de grond niet raken.
Dit gevaar bestaat bij steil hellend terrein achter de machine.
160 / 496
3
Voetschakelaar rijrichting
Rijpedaal
OPMERKING
OPGELET
Rijrichting "voorwaarts"
Rijrichting "achterwaarts"
5