302
Verzorging van de auto
Voorkom dat de voedingskabel
in het portier of de ruit bekneld
raakt.
7. Start de motor. Bij gebruik van
de luchtcompressor moet de
motor draaien.
8. Druk op de keuzeschakelaar
(1) en draai deze rechtsom in
de stand voor alleen lucht.
9. Druk op de aan/uit-knop (2) om
de compressor in te schakelen.
De compressor pompt alleen
lucht in de band.
10. Pomp de band op tot de
aanbevolen bandenspanning
met behulp van de drukmeter
(3). De aanbevolen banden-
spanning wordt op het label
met banden- en belastingsin-
formatie vermeld. Zie Banden-
spanning 0 282.
De drukmeter (3) kan een
hogere waarde aangeven dan
de werkelijke bandenspanning
wanneer de compressor is
ingeschakeld. Schakel de
compressor uit voor een juiste
meetwaarde. De compressor
kan worden in-/uitgeschakeld
totdat de juiste spanning
bereikt is.
Als de bandenspanning hoger
wordt dan de aanbevolen
bandenspanning, kunt u de
spanning aanpassen door op
de knop voor verlaging van de
bandenspanning (4) te drukken
totdat de juiste spannings-
waarde wordt bereikt. Deze
optie werkt alleen als u de
slang voor alleen lucht (7)
gebruikt.
11. Druk op de aan/uitknop (2) om
de bandenreparatieset met
compressor uit te schakelen.
Wees voorzichtig bij het
gebruik van de bandenrepara-
tieset met compressor, omdat
deze na gebruik warm kan zijn.
12. Ontkoppel de stekker (8) van
de extra voedingsaansluiting in
de auto.
13. Koppel de slang voor alleen
lucht (7) los van het bandven-
tiel door deze linksom te
draaien en plaats de dop van
het bandventiel terug.
14. Breng de slang voor alleen
lucht (7), de stekker (8) en de
kabel terug naar hun oorspron-
kelijke plaats.
15. Berg de uitrusting op de
oorspronkelijke plek in de
auto op.